Perspectief 2020-49

2020-49 Geloofsbelijdenis en Oecumene 67 kerk; individuele mensen belijden hun geloof als lid van de kerk (en primair in de context van de eucharistieviering) (16 – 19). Mooi is de uitleg van Mat. 25:31 –46. Ik citeer: ‘In het ver haal van het Laatste Oordeel wordt helemaal niet gekeken of mensen iets verkeerds gedaan hebben, maar wordt gekeken of ze iets goeds gedaan hebben. Er is een wereld van verschil tussen iets verkeerds doen of iets goeds doen. Maar de correctie gaat nog verder. Wanneer wij voor de rechter moeten komen gaat het om iets bijzonders., om iets wat buiten het gewone, buiten de wet valt. Maar in het verhaal van het Laatste Oordeel gaat het om heel gewone zaken, zo gewoon dat de mensen er verbaasd over staan. Verbaasd dat ze beoordeeld worden op de werken van barmhartigheid’ (92– 93). Een volgend hoogtepunt is de wijze waarop Van de Beek en Rikhof hun uitleg van de geloofsbelijdenis aan de eucharistie verbinden. De belijdenis spreekt weliswaar niet expli- ciet over de eucharistie, maar wij bidden haar wel in de eu charistie. ‘De eucharistie wordt uitgelegd door het Symbool en het Symbool wordt geschonken realiteit in de eucharistie, waar de kerk de dood van Christus om ons mensen en om onze redding gedenkt, de schepping gevierd wordt als nieuwe schepping door de Geest die HEER is en levend maakt. In de eucharistie wordt duidelijk dat het Symbool geen theorie over God is maar expressie van het eeuwige leven dat God geeft en gevierd wordt’ (172– 173). Deze onderstreping van de eucharistieviering als Sitz im Leben van de geloofsbelijdenis biedt een waardevolle con- textualisering, die in andere uitleggingen van de geloofsbelijdenis vaak achterwege blijft en die dit boek meerwaarde geeft. Waardevol vind ik ook de wijze waarop de auteurs beklemtonen dat eschatologie niet een christelijke vorm van futurologie is: ‘Het denken over de eschatologie is meestal gericht op wat komen zal, als een scenario voor gebeurtenissen in de toekomst. Het gaat over de laatste dingen … In het Symbool st aat in de eschatologie echter iets anders centraal, of beter: een Ander centraal. Daar staat in het midden dat wij geloven in Christus “die komen zal om te oordelen de levenden en de doden.” Het gaat niet zozeer over de laatste dingen als wel over het laat ste oordeel’ (178).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=