Perspectief 2020-49

68 Prof.dr. Marcel Sarot Perspectief 4. Wat is ‘je geloof belijden’ en wat betekent dat voor de oecumene? In het voorgaande heb ik positieve en negatieve dingen over dit boek te berde gebracht. De kritiek had vooral te maken met de wijze waarop het boek is opgezet en gestructureerd, maar raakt hier en daar ook aan de inhoud. De waardering concentreert zich op die in- houd: die is rijk en waardevol. Aan het eind van deze bespreking wil ik echter op één inhoudelijk punt, dat voor mijzelf fundamenteel is, wat uitvoeriger kritiek leveren. Van de Beek en Rikhof noemen de geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel veelal kortheids- halve ‘het Symbool’ en zien deze als een samenvatting van het christelijk geloof. Sterker nog: volgens hen is dit wat het woord symbool betekent. ‘“Symbool” betekent “samenvat- ting”’ (14). Dit is één van die momenten waarop de auteurs van het boek boude beweringen doen waarvan je je als lezer afvraagt: waar hebben zij het vandaan? In dit geval lijkt mij wat Van de Beek en Rikhof zeggen, feitelijk onjuist. Het Griekse woord sumbolon (symbool) is afgeleid van het Griekse werkwoord sumballein (samenwerpen). In de eerste eeuwen van onze jaartelling braken mensen die vriendschap sloten of een bondgenoot- schap aangingen, vaak een voorwerp (bijvoorbeeld een muntstuk of een zegel) in stukken en verdeelden dat onder elkaar als symbool, dat wil zeggen als herkenningsteken of be- wijsstuk. De stukken pasten immers precies in elkaar. Ontstond er later twijfel of een bepaald persoon echt degene was met wie het bondgenootschap was gesloten, dan hoefde men de stukken slechts te vergelijken of ‘samen te werpen’ (vgl. overigens Van de Beek & Rikhof, t.a.p.). Daarmee zijn wij bij de letterlijke betekenis van het woord sumbolon . Bij uitbreiding kon de term ‘symbool’ ook voor een w achtwoord worden gebruikt, dat ie- ma nd ontvangt en bij bepaalde gelegenheden moet opzeggen (‘teruggeven’; het Latijn spreekt van redditio ) om aan te tonen dat hij tot de ingewijden behoorde. Zo ging het ook met de oudste doopbelijdenis: die werd pas vlak voor de doop geleerd en vervolgens tijdens de doopplechtigheid – vóór de doop zelf – teruggegeven, ofwel opgezegd. Van de Beek en Rikhof besteden, zoals boven gezegd, terecht veel aandacht aan de Sitz im Leben van de geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel in de eucharistieviering. Die heeft daar een soortgelijke functie als een doopbelijdenis: zoals men alleen na een doop- belijdenis kan worden gedoopt, kan men ook slechts na de belijdenis van het geloof deelnemen aan de eucharistie. De belijdenis fungeert dus letterlijk als een soort password .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=