Perspectief 2020-49

2020-49 Godsdienstvrijheid in het Midden-Oosten 45 rechters. Het is een technische, juridische term. En hij moet recht spreken volgens de Tora en het Evangelie . Dat is omdat Tora en Evangelie erkende Schriften waren in de conceptie van de moslims. In ieder geval is een conclusie van dit systeem dat de christenen de mo- gelijkheid hadden om zich te organiseren op de manier die ze zelf goed vonden. Er was geen inmenging vanuit de islamitische overheid, iets dat wij in de loop van de geschiedenis zien in heel wat bronnen. Ik sprak net over dat algemene verdrag van `Umar met patriarch Sophronius, gesloten in Jeruzalem. Een goede honderd jaar later zien we een heel ander verdrag, dat de Shurût `Umar wordt genoemd. Dat is een repressieve tekst, die nogal nor- matief geweest is in de loop der tijden en waar vaak een beroep op is gedaan door de islamitische autoriteiten. Die Shurût `Umar zouden zijn uitgevonden door de Tweede Kalief `Umar, de tweede opvolger van de Profeet. Maar het is eigenlijk een latere tekst, die is bedacht door een veel latere Umayadische kalief. Die heeft niet het geweldige gewicht dat hij uit de begintijd van de islam komt. Die tekst heeft een enorme rol gespeeld, reden waarom ik daar kort op wil ingaan. Het vreemde van deze tekst is dat hij in de mond gelegd is van christenen, vandaar het woord ‘wij’. Het is echter duidelijk een tekst die door de islamitische juridische instanties is geschreven. “We zullen in onze steden geen nieuwe kloosters, geen nieuwe kerken, geen nieuwe cellen voor monniken bouwen en we zullen de zaken die vervallen zijn, niet herstellen. We zullen onze poorten wijd openhouden voor reizigers en onderdak geven aan moslims die passeren. Wij zullen geen schuilplaats bieden in onze kerken voor spionnen, noch zullen we ze voor hen verbergen. We zullen de Koran niet onderrichten aan onze kinderen. We zullen onze godsdienst niet openlijk uitdragen en niet mensen oproepen zich tot ons te bekeren. Wij zullen respect tonen ten aanzien van de moslims. We zullen opstaan van onze plaatsen om ze eerbiedig te begroeten. We zullen niet proberen op moslims te lijken door kleren zoals zij te dragen, door bepaalde hoofddeksels te dragen.” Dan de volgende bepaling: “wij zullen niet op paarden gaan zit- ten.” Christenen werden volgens dit systeem geacht alleen op muilezels te rijden. “En wij zullen geen Arabische zegels, geen Arabische inscripties gebruiken om ons te identifice- ren.” Dat laatste is belangrijk; blijkbaar begint er een bepaalde mentaliteit te ontstaan dat Arabisch geacht werd iets islamitisch te zijn. Een identificatie begint er tussen Arabisch en islam, ter wijl de werkelijkheid anders is. “Wij zullen geen gegiste dranken verkopen.” Er staat dat over de zunnar, over de gordel in. “We zullen geen kruisen oprichten in de mark- ten, we zullen die klepper om naar de kerk geroepen te worden alleen maar zachtjes doen ”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=