Perspectief 2020-49

46 Prof. dr. Herman Teule Perspectief et cetera. Dat is dus de theorie van het dhimma-stelsel. En ik herhaal het: belangrijk daarbij is dat de toepassing totaal verschillend geweest is in regio en in periode, soms mild en fair, soms repressief. 1.5. Millet-systeem In 1516 behoorde de Arabische wereld tot het Ottomaanse Rijk; het Ottomaanse Rijk, dat in de eeuwen daarvoor langzaam gegroeid was in Anatolië. In 1453 veroverde het Otto- maanse Rijk Constantinopel op het Byzantijnse Rijk dat eigenlijk toen ten einde kwam, en maakte van Constantinopel zijn nieuwe hoofdstad die later de naam Istanboel kreeg. Dat betekent dat waar vroeger het centrum van de islamitische wereld in het Midden-Oosten gelegen was, in Damascus en in Bagdad tot 1258, dat nu in Istanboel komt te liggen. Er ontstaat een andere situatie. De Ottomaanse sultans werden geconfronteerd met de situ- atie dat toen Constantinopel veroverd was, de meerderheid van hun onderdanen christen was. We moeten daarbij denken aan de Balkan en het was ook nog voor een groot ge- deelte de situatie in Anatolië, wat nu Turkije is. Ze moesten tot een soort regulering komen van hoe om te gaan met die christelijke onderdanen. De inspiratie vonden ze in dat dhimma-stelsel, dat nu werd aangepast. Belangrijk is ook dat dat niet van de ene op de andere dag gebeurde. In 1453 was het systeem niet helemaal duidelijk. Dat is een groei- proces geweest. Belangrijk is dat de autoriteiten inzagen dat de christenen niet één homogene gemeenschap waren. Eén christelijke leider die alle christenen zou vertegen- woordigen bij de overheid, zou niet werken. Daarom werden er twee christelijke millets geïnstalleerd. Millet betekent natie, groep; het is moeilijk daar een juiste vertaling voor te vinden. Er kwamen twee christelijke dhimma-gemeenschappen.. De eerste millet werd genoemd de millet-i rum. Rum betekent de Byzantijnen. Istanboel was de voortzetting van Constantinopel, en de Grieks-orthodoxen, het patriarchaat van Constantinopel, waren de belangrijkste groep. Bij de Byzantijnse millet werd bepaald dat alle christenen die orthodox waren onder het gezag van de patriarch van Constantinopel vielen. Daarmee gingen de patriarchaten die in het Midden-Oosten waren, aan belang inboeten. Het was de patriarch van Constantinopel die hun vertegenwoordiger naar het officiële gezag was, die het voor het zeggen had. De tweede millet was de millet-i ermen, de Armeense millet die bedoeld was voor alle christenen die niet pasten in die Byzantijnse

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=