Perspectief 2020-47

74 p. Thaddée Barnas Perspectief de orthodoxe Chalcedonische en niet-Chalcedonische Kerken. Om die reden werd in maart 2011 een belangrijk inter-orthodox colloquium georganiseerd in Aghia Napa (Cyprus), waaraan een veertigtal theologen deelnamen, gedelegeerd door tien orthodoxe Kerken en drie Oosterse orthodoxe Kerken; dit colloquium maakte een uitvoerige evaluatie van De natuur en de zending van de Kerk . Er werd onder meer een belangrijk voorstel gefor- muleerd: een duidelijker integreren van passages met betrekking tot doopsel, eucharistie en ambt in de voorstelling van wat essentieel is voor het leven van de Kerk. Dit colloquium en het verslag ervan kreeg ruim aandacht tijdens de volgende vergadering van de werk- groep over de ecclesiologie en heeft een belangrijke rol gespeeld in het proces dat geleid heeft tot een nieuwe tekst. Na de aanpassingen door het redactieteam samen met de werkgroep rond ecclesiologie, werd de slottekst voorgelegd aan de Permanente Commis- sie op een vergadering in Penang (Maleisië) in juni 2012; deze werd unaniem goedgekeurd als convergentietekst – De Kerk: op weg naar een gemeenschappelijke visie. Op de bijeen- komst begin september 2012 op Kreta, ontving het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken De Kerk – Op weg naar een gemeenschappelijke visie dat voor onderzoek en officiële reacties aan de Kerken werd overgemaakt. 5 . Het document van 2012 verwijst naar de WRK waarvan de eerste doelstelling is het ver- kondigen van de eenheid van de Kerk van Christus en het bemoedigen van de Kerken in hun streven naar de zichtbare eenheid, in één geloof en één eucharistische gemeenschap, in een eredienst en het gemeenschapsleven in Christus, doorheen het getuigenis en de dienst aan de wereld, en door samen te groeien in deze eenheid opdat de wereld zou geloven. Het verwoordt de verwachting van Geloof en Kerkorde dat deze tekst (1) voor de Kerken een synthese moge zijn van de resultaten waartoe de oecumenische dialoog de voorbije decennia rond bela ngrijke ecclessiologische thema’s heeft geleid; (2) een uitno- diging mag zijn om de resultaten van deze dialoog te evalueren, de positieve vooruitgang, de tekorten en de domeinen die nog niet voldoende aandacht kregen; (3) men hoopt tevens dat het een gelegenheid is om na te denken over hun eigen opvatting van de wil van God, om zo verder te groeien tot een grotere eenheid. (cf. Ef 4,12-16). In het katholieke antwoord wordt gewezen op het nut van deze methode, die ‘hermeneu- tisch’ wordt genoemd en he t mogelijk maakt om tot een gedifferentieerde consensus te

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=