Perspectief 2019-46

18 Dr. Kitty Bouwman Perspectief Vader, wat overeenkomt met het gedachtegoed van het Concilie van Nicea (325). Deze tweevoudige geboorte past in de context van dit Concilie waar Jezus Christus uitgeroepen werd tot God en mens. Augustinus drukt de menselijkheid en de goddelijkheid van het kind Jezus uit in paradoxale taal. Als God omvat hij de wereld en als zuigeling ligt hij in een kribbe en kan hij niet spreken. ‘Hij lag in een kribbe, terwijl hij de wereld omvatte: hij was zowel een nog woordeloos kind als het Woord. Hij die door de hemelen niet bevat kan worden, droeg de schoot van één vrouw. Zij leidde onze heerser; zij droeg degene in wie wij zijn. Aan ons brood gaf zij melk. O kennelijke zwakheid, en wonderbare nederigheid, waarin de gehele godheid verborgen was. De moeder aan wie hij als kind onderworpen was, leidde hij met macht. En met waar- heid voedde hij degene aan wier borsten hij zoog. (…) Moge hij zelf ons tot kinderen van God maken, die voor ons mens heeft willen worden.’ 8 Augustinus spreekt in paradoxale taal over de schoot van Maria. Hoewel een moeder- schoot normaliter een menselijke vrucht – dat een gevolg is van menselijk handelen – kan dragen, draagt haar schoot het alomvattende Woord, dat een gevolg is van goddelijk han- delen. In het dragen is het Woord zowel transcendent – het overstijgt de hemelen –, als immanent – het vindt inwoning in haar schoot. Daar vindt het geheim van de menswording plaats. In de handelingen die Maria voor haar baby Jezus verricht, is er een dubbele afhankelijk- heid. Als zuigeling is hij afhankelijk van zijn moeder en zij is afhankelijk van Christus. Deze dubbele afhankelijkheid komt naar voren zowel in het leiden en als in het voeden. Bij het leiden is hij als zuigeling afhankelijk van zijn moeder, tegelijk is zij afhankelijk van Christus die haar leidt. Zijn leiderschap zit in zijn scheppingsvermogen. Als Schepper gaat Christus haar vooraf door haar in het bestaan te roepen. Vanuit deze scheppingsrelatie is Christus haar leider. Deze dubbele afhankelijkheid is er ook bij het zogen. Terwijl Maria haar baby Jezus zoogt, wordt zij door Christus verzadigd met de eeuwige voeding van waarheid. Daarmee schenkt Christus haar engelenbrood, een ervaring van contemplatie. Terwijl zij hem zoogde, ging de hemel voor haar open en ontving ze Gods liefde. In de handeling ‘dragen’ komt het geestelijke moederschap van Maria tevoorschijn. Door het Woord in haar schoot te dragen, droeg zij niet alleen haar kind Jezus, maar ook

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=