Perspectief 2019-46

2019-46 Moederschap van God: vrouwe Wijsheid of Maria 17 Korinthe met ‘melk’ voeden en kon hen nog geen vaste spijs geven (1 Kor. 3, 2). Augustinus koppelt deze beelden aan moeder Wijsheid. Hij beschrijft haar als een eeuwige voedende, die continu bezig is leven te schenken. In de werkelijkheid van God openbaart ze zich door de engelen te verzadigen. Dit engelenbrood is voor de mensen, die gebonden zijn aan de aarde, niet te bevatten vanwege het goddelijke karakter ervan. Daarom transformeert moeder Wijsheid haar goddelijke gaven in ‘melk’. 6 Daarover vertelt Augustinus in een ver- handeling: ‘Moeder Wijsheid verzadigt in den hoge de engelen met vaste spijs. Zij heeft zich verwaar- digd op een andere manier haar voeding om te vormen voor haar kinderen. Dit gebeurde, doordat het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond. Maar deze mens zelf, Christus, die door zijn echte vlees, door zijn echte kruis en dood en door zijn echte op- standing is zuivere melk voor de kinderen. Wanneer hij door de geestelijke mensen goed wordt ontvangen, wordt hij aangetroffen als de Heer van de engelen’. 7 Moeder Wijsheid presenteert niet zelf de door haar bereide gaven; dat doet Jezus. Hij is zuivere melk, zegt Augustinus. Hij is haar instrument en heeft haar taak als gastvrouw overgenomen. Hij stelt de gaven van moeder Wijsheid present voor haar kinderen. Dat zijn degenen die bezig waren met de inwijding in het christelijke geloof. Zij worden gevoed met haar gaven, die bemiddeld worden tijdens het geloofsonderricht en de rituele hande- lingen. Daarin ervaren ze de voedende en leven gevende kracht van Gods woorden, die een groei in geloven bewerkstelligt. De eeuwige voeding van Wijsheid geeft mensen uit- eindelijk de mogelijkheid deel te nemen aan het goddelijke leven. Dit leven wordt ervaren in een onmiddellijke ontmoeting met Christus, die geheimvol is. 4. De heilsweg van Maria bij Augustinus In de christelijke traditie wordt benadrukt dat Maria geroepen werd Gods Zoon te baren. Daardoor kon de mensheid worden verheven tot het kindschap van God. Deze gedachten vinden we ook bij Augustinus. Hij beschrijft Maria als de aardse moeder van haar kind Jezus. Vanaf zijn conceptie heeft Jezus een relatie tot zijn moeder, die hem gebaard heeft. Als kind is hij afhankelijk van zijn moeder, die hem gezoogd heeft. Augustinus beschrijft niet alleen de geboorte van Jezus uit Maria, maar ook zijn goddelijke geboorte uit de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=