Perspectief 2019-45

2019-45 Prof. dr Erik Borgman 45 als een levende kracht, niet als een overtuiging of een visie, maar als degene die kon spre- ken in een taal die zelfs voor degene die de taal uitsloeg onbegrijpelijk was. In plaats van als bevestiging van een geregeld leven en een vaste overtuiging, manifesteerde geloof in God zich ontregelaar bij uitstek. Waar in de gevestigde kerken het spreken geleerd en gepolijst was geraakt en de geloofstraditie genuanceerd werd uitgelegd als steunpilaar van de diepste waarden van onze cultuur, daar manifesteerde de Geest zich in de pink- sterkerken als wild en doorbrekend: ineens werd het weer begrijpelijk dat de apostelen op pinksteren van dronkenschap werden beschuldigd. Het was hierbij niet toevallig, zo geloof ik in ieder geval, dat de eerste manifestatie van de pinksterbeweging mensen tot spreken en optreden bracht die binnen de gebruikelijke ordening van de wereld meestal niet het woord voerden: niet de juiste opleiding, niet het juiste ras, niet het juiste geslacht. Zoals het ook niet toevallig was dat Maria vanaf de negentiende eeuw met name verschijnt op plaatsen die als marginaal golden en aan mensen die doorgaans niet tot de woordvoer- ders behoorden, noch in de kerk, noch in de wereld. 4. Hoe God tot ons spreekt Wat betekent dit nu? Het betekent wat mij betreft allereerst dat wij moeten zeggen dat God tot ons spreekt in de pinksterkerken en breder in de beweging van charismatische vernieuwing, zoals die ook in de rooms-katholieke kerk aanwezig is. Ik zou zelfs willen beweren dat God daarin iets belangrijks en iets corrigerends zegt. Maar wat zegt God dan, hoe en in welke zin spreekt de Geest dan? Hier is natuurlijk de positie van de charismati- sche vernieuwing in de rooms-katholieke kerk mede in het geding. De Engelse schrijver Gilbert Keith Chesterton (1874-1936) heeft ooit een schreven dat Sint Franciscus waar- schijnlijk de kerk heeft gered, met name omdat hij besefte dat niet iedereen Franciscaan moet worden. Ik denk dat hierin een belangrijke katholieke intuïtie zichtbaar wordt: de kerk is de ware kerk doordat geen enkele stroming of groep, hoe waardevol en funda- menteel ook, in zichzelf de ware kerk ten volle representeert. De charismatische beweging getuigt van haar belang, is mijn overtuiging, als zij beseft dat niet iedereen lid moet wor- den van de charismatische beweging. Zij heeft iets te zeggen dat niet opgaat in wat zij is en in hoe zij spreekt, hoe zij zich uitdrukt en hoe zij op haar manier de kerk vernieuwt. Zij

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=