Perspectief 2019-45

Perspectief 44 Eerst de Geest dan de Kerk van mijn rooms-katholieke gezichtspunt. Enigszins ongenuanceerd gezegd loochenstraf- fen de pinksterkerken en vervolgens de versterkte manifestatie van de charismata binnen de charismatische beweging in andere kerken, de overtuiging dat wij zouden leven in een gesloten, van God en Gods werkzaamheid afgescheiden wereld. Als u wilt weten wat ik hiermee bedoel en u heeft een lange adem, dan moet u Charles Taylors boek A Secular Age lezen, in Nederlandse vertaling Een seculiere tijd. Maar voor nu: wat Taylor laat zien is dat niet-geloven in de moderne tijd een mogelijkheid en zelfs de standaard-optie is ge- worden, omdat het beeld van de wereld waarin wij leven in vergelijking met dat van de middeleeuwen fundamenteel is veranderd. Moderne mensen zien de wereld, zien de ge- schiedenis, zien hun eigen leven als een in zichzelf gesloten geheel van oorzaak en gevolg, van actie en reactie. Voor zover God plaats heeft in deze wereld is het via wat mensen geloven en denken. Religie en geloof zijn hiermee naar de randen van het leven geduwd: van belang als je geestelijk gesproken aan de grond zit, van belang om je een vaste schaal van waarden en normen te geven en die ergens op te kunnen baseren, maar in het dage- lijks leven heb je geen geloof en geen religie nodig. Er is een grandioze conference van Herman Finkers, waarin deze klaagt over de dogma’s waarmee hij op de rooms-katholieke basisschool in Almelo werd doodgegooid. Het dogma van één en één is twee, bijvoorbeeld en het dogma van iets is niets anders dan: een boom is niets anders dan een zuurstoffabriek. Dit laatste is wat de moderniteit bij uitstek doet: functies tot de essentie verklaren en vervolgens betekenis reduceren tot een subjectieve overtuiging. Het leven is leeg en zinloos, tenzij wij het weten te vullen en het zin weten te geven. In een cultuur die zo niet alleen naar het leven en de wereld kijkt, maar die zo het leven in de wereld vormgeeft, worden kerken de beheerders van overtuigingen, van een visie op het leven die zich uitdrukt in specifiek religieus gedrag en een specifieke moraal. Religie wordt een uitdrukking van een specifieke gevoeligheid en God wordt eer- der een idee in het hoofd van gelovigen dan een onontkoombare realiteit. Wat de pinksterkerken vanaf hun ontstaan representeerden ging hier rechtstreeks tegenin. Bij hen – en ik baseer mij hier op het werk van de Canadees-Amerikaanse theoloog James K. A. Smith, een van de weinigen die werkelijk voluit academisch probeert te theologiseren vanuit een pentecostale achtergrond – in de pinksterkerken manifesteerde God zich voluit

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=