Perspectief 2019-43

2019-43 Thema - Dordt en Franciscus over de bestemming van de mens Prof. dr. Gijsbert van den Brink 93 armoede samen op gaan (vgl. Matt.5:2 met Luk.6:20). Het is ook niet voor niets dat de zaligsprekingen zo’n grote plaats innemen in het vervolg van Gaudete et exsultate (ook deze titel is eraan ontleend, Matt.5:12). 31 Het accent op heiligheid dat de exhortatie legt, vinden we ook wel in protestantse kring. 32 Meestal gaat daar een zorg achter schuil over verval van zeden en gewoonten, bijvoorbeeld op het terrein van de ethiek en de zondagse erediensten (de liturgie). De manier waarop Franciscus het thema benadert is breder. Hij ontkent niet het belang van deze beide terreinen, maar wijst vooral op de levenshouding die ons in de Bergrede en in Mattheüs 25 wordt voorgehouden: omzien naar armen en behoeftigen, je inzetten voor wie geen helper hebben, je weg gaan in eenvoud en nede- righeid, maar ook vreugdevol en getuigend, niet toegevend aan de neiging tot lethargie en lauwheid. Inderdaad: ook dat alles heeft bijbels gezien te maken met een heilig leven! Het is trouwens sowieso opvallend hoezeer Gaudete et exsultate doorspekt is met tal van verwijzingen naar bijbelpassages. Franciscus is zich ervan bewust dat heiliging in deze brede zin veel innerlijke kracht en onderscheidingsvermogen vergt. Voortdurend liggen vertwijfeling, onverschilligheid en zelfvoldaanheid op de loer. Er is dan ook sprake van een voortdurende geestelijke strijd en de noodzaak van waakzaamheid (158); Franciscus spreekt in dit verband opvallend concreet over de duivel en diens verleidingen (159-162). Deze levenshouding lijkt voor Franciscus minstens zo belangrijk als de aspecten die tradi- tioneel als heiligingsmiddelen beschouwd worden in de rooms-katholieke traditie: de verschillende vormen van devotie (waaronder, neem ik aan, mariale), het aanbieden van offergaven, en zelfs de sacramenten van biecht en eucharistie. Met zoveel woorden merkt Franciscus op niet stil te willen staan bij deze reeds bekende middelen, maar aandacht te willen geven aan “enkele aspecten van de oproep tot heiligheid waarvan ik hoop dat ze in het bijzonder betekenisvol zullen blijken” (110). Dat zijn dan weer aspecten van een gees- telijke levensvoering: volharding, geduld, zachtmoedigheid, vreugde, humor (dat ook!), vrijmoedigheid, passie voor het Evangelie, gemeenschapszin en gebed (112-157). Gaudete et exsultate is niet direct bedoeld als een oecumenisch geschrift, en de exclusieve verwij- zing naar rooms-katholieke teksten en heiligen werkt voor een buitenstaander ook best vervreemdend (waarom bijvoorbeeld ook een Bonhoeffer niet een keer als voorbeeld ge- noemd van wat heiliging kan inhouden?). Maar de voluit geestelijke manier waarop hier

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=