Perspectief 2019-43

Perspectief 86 “Moge de Heer de Kerk bevrijden van pelagianisme” Zelfs remonstranten hebben vandaag de dag goede woorden voor de Leerregels over (al blijven ze uiteraard “hun” fameuze wegzending van destijds verfoeien): “Door de Leerre- gels wordt op bewogen wijze gesproken over de macht van Gods genade en zijn troostende aanwezigheid bij alle aanvechtingen”, zo heet het in een recente uitgave van remonstrantse zijde. 19 De Protestantse Kerk beschouwt in het grondleggende artikel in haar grondslag de Dordtse Leerregels terecht als een appendix bij het voorafgaande be- lijden. Zij belijdt haar geloof “in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht zoals die is verwoord in (…) de Nederlandse Geloofsbelijdenis met de Dordtse Leerregels”. 20 Zo wordt de verkiezingsleer in elk geval weer teruggebracht tot haar oorspronkelijke propor- ties, namelijk als een uiterste toespitsing van de wijze waarop Gods genade wordt gezien en ervaren. Samenvattend kunnen we zeggen dat de Leerregels gaan over de diepste vragen van de theologie en van het mensenleven: de verhouding van lot en leiding, tijd en eeuwigheid, God en mens. Ze kennen een sterke toespitsing op de vraag naar de uiteindelijke bestem- ming van de mens, wat in een tijd met een lage gemiddelde levensduur en een altijd nabije dood begrijpelijk was. Het zijn perennial questions waar elke nieuwe generatie gelovigen, en eigenlijk ieder die enigszins sensitief in het leven staat, weer opnieuw doorheen moet. Onze tijd mag dan een veel meer op het hier-en-nu gericht levenspatroon kennen en minder gericht zijn op het hiernamaals, de grote vragen laten zich toch nooit verdringen – en ons groeiende onvermogen om er mee om te gaan komt misschien wel schrijnend naar boven in de toenemende vraag naar euthanasie. De Leerregels geven aan dat onze levensvoering uiteindelijk niet in onze eigen macht ligt maar dat wij afhankelijk zijn van een God die wij denkend en (moreel) oordelend niet in onze vingers krijgen. Dat besef helpt om allerlei vormen van zelfvoldaanheid die in het geloven zo gemakkelijk optreden (bijvoorbeeld in de trant van ‘wij staan dankzij onze goede keuzes aan de goede kant’) te doorbreken. Het gelovige leven is nederiger van aard, en mystieker. De Leerregels ver- woorden dat (in navolging van de apostel Paulus) door elke reden tot zelfverheffing en borstklopperij van gelovigen zo vakkundig mogelijk uit de weg te ruimen. Het is met name hier dat zich interessante parallellen laten ontwaren met de theologie van paus Franciscus. Maar voordat ik daarop doorga, is het verhelderend om eerst nog kort te releveren hoe de vragen van Dordt destijds in de Romana beleefd werden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=