Perspectief 2019-43

Perspectief 48 Oecumenische toenadering steeds meer een geestelijke zaak het ambt, de positie van de bisschop, het ambt van alle gelovigen, de apostolische suc- cessie en de paus. Het zijn echter geen wezenlijke verschillen en de commissie benadrukt de grotere over- eenstemming op deze punten. Er worden wel heikele kwesties omzeild (zoals de plaats van de paus, die slechts summier wordt genoemd, al wordt wel afstand genomen van Luthers identificatie van de paus met de antichrist). Beide kerkgemeenschappen verklaren dat ze tot één lichaam behoren, bezegeld door de doop. Tegelijkertijd trekken zij geschei- den op. “Dat is een onmogelijke mogelijkheid en de bron van grote pijn.” Er is vreugde en dankbaarheid over bereikte overeenstemming, maar pijn en treurnis over wat verdeelt. 5. Het blijvend knelpunt van ambt en kerk Eenheid van de gescheiden kerken is niet mogelijk zolang er geen overeenstemming is over het kerkelijk ambt, stelt men regelmatig in katholieke kringen. Dit is dus een tegen- overgestelde houding van die in de Reformatie, toen de leer van de rechtvaardiging een fundamentele kwestie was. Nu over dat laatste in 1999 een consensus is bereikt, is deze geen kerkscheidend onderwerp meer, maar de visie op het ambt blijft dat wel. De wederzijdse erkenning van de doop in de twintigste eeuw is een van de belangrijkste resultaten van de oecumenische beweging geweest, aldus de Duitse oecumenicus Walter Kasper. De doop is de intrede in de kerk, het sacrament van het heil. Maar de doop is aangelegd op de eucharistie. Doop en eucharistie vooronderstellen ten behoeve van hun ambtelijke toepassing een geordend kerkelijk ambt. Juist op dit punt is er sprake van een van de lastigste ( dornigste ) oecumenische problemen, aldus Kasper. Oosters-orthodoxe en katholieke kerken laten over en weer degenen van wie zij wel de doop erkennen, niet toe tot de eucharistie. Voor beide kerken behoren kerk- en eucharistiegemeenschap bij elkaar. De eucharistie is teken van de reeds gegeven een- heid van de kerk en het middel om deze eenheid te verdiepen. In de reformatorische christenheid is er een geheel andere benadering: Jezus Christus is bij de eucharistie Gever en gave, en dus is de kerk niet de “Heer van de eucharistie’. Door de erkenning van elkaars doop is er nu een echte, zij het nog geen “volledige, kerkelijke” gemeenschap, aldus Kas- per. 1

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=