Perspectief 2019-43

2019-43 Thema – Herstel van Kerkgemeenschap Prof. dr. Wolfgang Thönissen 19 omvangrijke historische onderzoeken naar Luthers persoon en zijn theologie hebben tot nieuwe systematische inzichten geleid, die de katholieke theologie als geheel uitdaagt. (1) “Luthers oproep tot hervorming van de Kerk was aanvankelijk een oproep tot boete en vernieuwing, die in het leven van ieder individu zou moeten beginnen.” 21 Dat het leven van iedere christen iets met de dagelijkse boete te maken heeft, was de inhoud van Luthers eerste stelling over de aflaat. Luther stelde daarmee de pastorale uitdaging van het hele christelijke leven op een nieuwe manier aan de orde. Het Evangelie na te streven, zich op Jezus te richten, zijn wil na te streven, is een christelijke opdracht die Jezus zelf aan de zijnen heeft opgedragen. In deze gerichtheid op boete en vernieuwing is Luthers geeste- lijke en theologische hervormingsstreven vanaf het begin herkenbaar. Deze vindt tenslotte zijn uitdrukking in Luthers rechtvaardigingsleer. “Uit de ervaring met het boetesacrament kwam de definitieve gestalte voort van de rechtvaardigingsleer, volgens welke de zondaar door de aanzegging van het Evangelie (promissio) in het uitwendige woord (hier van de absolutie) waarin het woord als zeker waar verkregen (en daardoor heilszekerheid schep- pend) geloof (fides) gerechtvaardigd wordt, omdat het in dit gebeuren door de heilige Geest naar Christus leidt en met Hem verbonden wordt.” 22 In deze context zet ook in de katholieke theologie van de 20 e eeuw de vernieuwing van het boetebegrip door. In de herontdekking van de verzoening van de zondaar met de Kerk probeert het Tweede Vati- caans Concilie aan te zetten tot een vernieuwing van het boetesacrament. In deze samenhang horen dan ook de overwegingen om de aflaat als een op het boetesacrament volgend gebeuren van de heropname van de mens in de gemeenschap met God opnieuw te doordenken. Toch blijft het begrip aanstoot geven. Paus Franciscus heeft daarom de traditionele kerkelijke aflaat een nieuwe dimensie gegeven. Hij duidt de barmhartigheid van God zelf aan als aflaat, die God de zondaar schenkt. 23 Een aflaat kan men dientenge- volge niet verwerven of zelfs kopen, maar men moet zich die laten schenken. “De aflaat…te leven betekent dus zichzelf aan de barmhartigheid van de Vader overgeven in de zeker- heid, dat zijn vergeving een uitwerking heeft op het hele leven van een gelovige. 24 God bevrijdt ons “van alle consequenties van de zonde”. De aflaat wordt in deze vorm niet meer als een vroom werk verstaan, maar is uitdrukking van de barmhartigheid van God, die de mens zich alleen kan laten geven. In zoverre ontstaat daaruit de opgave de met de aflaat

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=