Perspectief 2019-43

2019-43 Thema - Dordt en Franciscus over de bestemming van de mens Dr. Anton ten Klooster 101 vergat dat alles ‘niet afhangt van de wil, noch van de inspanningen van de mens, maar van Gods ontferming’ en dat Hij ‘ons het eerst heeft liefgehad’ (GE 48). In de hedendaagse kerk ziet hij een vergelijkbare tendens. Sommige gelovigen voelen zich beter dan hun broeders en zusters omdat ze zich aan bepaalde normen houden of een meer ‘katholieke’ leefstijl er op na houden. Ik citeer hem hier iets langer: “Wanneer sommigen van hen zich tot de zwakken richten en zeggen dat alles mogelijk is met de genade van God, zijn ze eigenlijk gewoon de idee over aan het brengen dat men alles met de menselijke wil kan doen, als was dat iets puurs, volmaakts, almachtigs, waaraan de genade wordt toege- voegd” (GE 49). Franciscus haalt grof theologisch geschut van stal om deze stelling te bestrijden. Bonaventura: “allen kunnen niet alles”. Thomas van Aquino: in dit leven worden de menselijke zwakheden niet volledig en voor eens en altijd door de genade genezen. En dan verder met Augustinus’ beroemde uitspraak: “geef wat Gij beveelt, en beveel wat Gij wilt” (GE 49). Het is juist de presumptie van de nieuwe Pelagianen die de genade verhindert beter in hen werkzaam te zijn (vgl. GE 50). Een notie van onweerstaanbare genade lijkt dus niet mee te spelen van het anti-pelagianisme van Franciscus. De sectie over pelagianisme citeert naast Augustinus, Thomas en Bonaventura ook Johan- nes Chrysostomus, Basilius de Grote, de tweede synode van Orange, het concilie van Trente en de Catechismus van de Katholieke Kerk. Daarmee is het één van de meest ‘the- ologisch zware’ passages van de exhortatie. Franciscus put voortdurend uit de traditie van de kerk maar hij maakt daar nu een punt van om te benadrukken dat juist hij het katholieke geloof van door de eeuwen vertegenwoordigd. Het is geen geheim dat Franciscus’ spreken over barmhartigheid en onderscheiding alsmede het letterlijk en figuurlijk omarmen van allerhande gebroken mensen in eigen kring tot gefronste wenkbrauwen geleid heeft. Er wordt de suggestie gewekt dat de paus de bestaande hoge maat van het Christelijk leven eigenhandig naar beneden bij wil stellen. De volgende passage kun je lezen als een ant- woord op zijn criticasters: “Er zijn ook christenen die zich ervoor inzetten een andere weg te volgen: die van rechtvaardiging door eigen krachten, die van de verering van de men- selijke wil en de eigen capaciteiten, die zich vertaalt in een egocentrische en elitaire, van ware liefde verstoken, zelfgenoegzaamheid. Dit manifesteert zich in veel houdingen die ogenschijnlijk van elkaar verschillen: een obsessie voor de wet, een fascinatie voor het pronken met maatschappelijke en politieke verworvenheden, vertoon in de zorg voor de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=