Perspectief 2018-39

2018-39 Symposium: Het uitgestelde dispuut. Luthers stellingen herlezen Prof. dr. Marcel Poorthuis 44 Reag eer toevoegen dat die eerbied niet de persoon van de priester betreft, die immers een schurk kan zijn, maar slechts zijn functie. Zijn sacramentele bevoegdheid is ex opere operato , werk- zaam vanuit de handeling. Dit is niet zoals het eeuwige misverstand wil, het sacrament als een magische handeling die ‘vanzelf’ werkt, maar betekent slechts dat de morele gesteld- heid van de priester geen invloed heeft op de geldigheid van het sacrament. De gesteldheid van de ontvanger daarentegen is van het grootste belang: zonder berouw geen vergeving. Luther bekritiseerde terecht het exploiteren van angstgevoelens bij de gelovigen waarmee de aflatenhandel werd geschraagd. De vraag is echter of zijn middel de kwaal niet verer- gert: in zijn streven om de macht van de kerk terug te dringen stelt hij dat niemand zeker kan zijn van vergeving (stelling 30). Als men zijn naaste heeft verzoend en zich voor God heeft verootmoedigd in sacrament en liturgie, heeft verdere twijfel aan vergeving geen vruchtbare betekenis. Dat waarachtig berouw zeldzaam is (stelling 31) komt voor rekening van Luther, niet voor rekening van God. Hier zien we hoe een persoonlijke ervaring die authentiek kan zijn tot een gevaarlijke veroordeling van de mensheid door Luther kan worden. Luthers persoonlijke ervaring aanvaard te zijn door God Zoals een kind kan ontdekken dat ook als hij/zij iets verkeerds heeft gedaan, zijn ouders toch van haar/hem houden en hij/zij niet hoeft te vrezen die liefde te hebben verloren, zo ontdekte Luther dat God hem aanvaardde, niet op basis van zijn inspanningen. Deze waar- devolle en ook voor katholieken belangrijke ontdekking verdient het in het volle licht te worden gesteld. Het geloof is echter paradoxaal en daar kon Luther niet goed mee uit de voeten. De Romeinenbrief zegt dat het geloof (liever: vertrouwen) de mens rechtvaardigt. Het ging hier concreet over de vraag of besnijdenis voor alle christenen geboden is, niet om een tegenstelling tussen geloof en daden. Want ook zegt de brief dat een mens naar zijn daden wordt geoordeeld. Beide zijn waar, maar Luther zag in dat laatste alleen maar roomse werkheiligheid en negeerde dat dus. Daarmee verwijderde hij zich van de intentie van Paulus. De laatste twintig jaar is in wetenschappelijke kring een consensus gegroeid: Paulus blijkt vanuit joodse achtergronden heel goed te kunnen worden begrepen, beter dan vanuit het Lutheranisme.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=