Perspectief 2017-37

Perspectief 8 Hubertus Blaumeiser voorhebben op het katholicisme. Ik voelde me daarbij niet prettig. Maar wat te doen? Toen stond een Hongaarse priester uit onze groep op en zei: „Ik ben zo blij dat ik eindelijk in de gelegenheid ben jullie orthodoxen te bedanken voor de belangrijke impulsen die zo beslissend hebben bijgedragen aan de leer van het Tweede Vaticaans Concilie“. Na deze opmerking sloeg de theoloog een andere toon aan. Toen we hem vroegen hoe zij in hun orthodoxe klooster deze werkelijkheid van de gemeenschap beleven, antwoordde hij heel verrassend: „Ja, wij hebben deze mooie theologie van gemeenschap, maar ik geloof dat jullie die concreter in daden omzetten“. In ons en ook in die theoloog ontstond door deze ontmoeting een grote vreugde: In het wederzijds jezelf klein maken voor de ander werden we tot broeders en onstond gemeenschap. We willen ter afsluiting van deze tweede impuls opnieuw een blik werpen op de oecumenische afspraken. „Jezelf laten veranderen door de ontmoeting met de ander en door het wederzijds geloofsgetuigenis“, zo luidt de tweede verplichting van Lund. Dat is precies wat er gebeurt wanneer wij als enkelingen en als Kerken denken en leven vanuit de ander. Dan kan er verandering plaatsvinden en eenheid groeien. 3. Eenheid in de waarheid kan alleen van onderuit tot stand komen; ze bereikt vooral dan een doorbraak wanneer we ons samen met de Gekruisigde en Verrezene in verbinding brengen met de „wonde“ van de scheiding. Een groot probleem van de eenheid in verscheidenheid is de vraag naar de waarheid. Hoe kunnen we hier verder komen? Onze leerstellige verschillen kunnen niet allemaal ongedaan worden gemaakt met wat de oecumenici een „gedifferentieerde consensus“ noemen. Naast legitieme verschillenbestaan er ook opvattingen waarmee wij het niet eens zijn en waarbij we soms lijnrecht tegenover elkaar staan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=