Perspectief 2017-35

Perspectie 40 Dr. Jelle Creemers knelpunten bij interkerkelijke gesprekken zijn m.i. direct te verbinden aan theologische kenmerken van de evangelische en pinksterbewegingen. Nu weet ik dat de term ‘evangelisch’ heel breed is, ook in Missie Nederland: het omvat bijvoorbeeld zowel zogenaamde ‘vrije kerken’ als ‘orthodoxe’ gereformeerde kerken. Het is voor mij onvermijdelijk om bepaalde nadrukken te leggen, en ik kies ervoor om ‘evangelisch’ primair te verstaan als een spiritualiteit, die bijzonder compatibel is met een congregationalistische kerkleer. Sommige uitspraken zullen daarom beter passen bij de ene ‘evangelische’ kerk dan bij de andere. Mijn excuses daarvoor bij voorbaat. 1.2.1. Conversionism (bekeringsleer) Evangelische en pinksterchristenen zijn ‘bekeringschristenen’, en wel op een heel specifieke manier. Zij benadrukken dat de hele christelijke identiteit en bijgevolg de identiteit van de kerk ten diepste bepaald wordt door een persoonlijke, bewuste keuze om Jezus Christus als Heer van je leven te erkennen. In het contact tussen God en mens neemt natuurlijk God het initiatief, maar het antwoord van de mens daarop is van fundamenteel belang: zij dient ervoor te kiezen Jezus als Heer te erkennen en bijgevolg ernaar te streven haar leven zo in te richten dat het deze keuze weerspiegelt. Christenen die op dezelfde manier in het leven staan, worden heel snel als zeer dichte broeders en zusters herkend en erkend – de oecumene van het hart. Het zal u vast opgevallen zijn dat in deze beschrijving van eenheid een aantal nogal belangrijke christelijke termen ontbreken: doop en kerk. Doop wordt in evangelische en pinksterkerken meestal beschouwd als het moment waarop deze keuze publiekelijk belichaamd en beleefd wordt. En aangezien het beleefd moet worden, is doop op basis van persoonlijke belijdenis – geen zuigelingendoop dus – vaak een evidentie. De kerk wordt beschouwd als de gemeenschap die bestaat uit of wordt opgebouwd uit zulke ‘wedergeboren’ gelovigen. Wat ik nu beschrijf, is natuurlijk een simplificatie. 7 Maar een simplificatie kan vaak helpen om diepgewortelde verschillen te duiden. De nadruk op persoonlijke bekering en het feit dat de kerk van onderuit gedacht Liturgical Press, 1998); Paul D. Murray and Luca Badini Confalonieri, Receptive Ecumenism and the Call to Catholic Learning: Exploring a Way for Contemporary Ecumenism (Oxford: Oxford University Press, 2008); Paul Avis, “Are We Receiving ‘Receptive Ecumenism’?,” Ecclesiology 8, no. 2 (2012): 223–34. 7 Voor een bespreking van conversionisme en de implicaties voor de oecumene, zie Creemers, Theological Dialogue with Classical Pentecostals: Challenges and Opportunities , 14–19.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=