Perspectief 2017-35

Perspectie 30 Can. drs. Wietse van der Velde niet speciaal voor de Cleresie, maar voor de rooms-katholieke kerk in het algemeen waren gedrukt. In een Antiphonarium Romanum uit 1754, maar ook in uitgaven uit bijv. 1756, 1769 en 1780, staat op 7 november voor beide vespers de traditionele hymne Iste Confessor aangegeven. Maar daaronder staat dan voor de eerste en de tweede vespers als alternatief ook een Novus Hymnus aangegeven en dat zijn de beide vesperhymnen uit het Cleresiebrevier van 1744! De opname van deze Cleresiehymnen ter ere van de H. Willibrord in “roomse” boeken ging door tot aan het einde van de 18 e eeuw. In een druk van 1803 komen ze niet meer voor. Dit boek kende geen aparte eigen vespers voor de heiligen van Nederland meer, de formulieren daarvoor waren nu opgenomen tussen die van de algemene kalender en de titelpagina vermeldde dat ze geschikt waren om in de rooms- katholieke kerken “der Nederlandsche Zendinge” te zingen. De kloof tussen Rome en Utrecht werd in deze periode duidelijk groter. In enkele drukken van deze antifonaria met Cleresiehymnen valt er in de getijden voor 7 november nog iets op: zij kennen als enige formulier een getropeerd Benedicamus , waarin uitgebreid de lof van de Patrono nostro, sancto Willibrordo praesuli wordt gezongen. Omdat deze “roomse” antifonaria in tegenstelling tot het Cleresievesperboek 1772 van muziek waren voorzien, werden ze tot in de tweede helft van de 19 e eeuw in Cleresiekerken gebruikt! Dat bepaalde onderdelen van deze antifonaria waren aangeslagen bij de kerkgangers van de Cleresie bewees het Vesperboek van 1853. Dit diende zich aan als een navolging van een Vesperboek van Willibordus Kemp uit 1729, maar hierin waren nu wel de eigen Cleresiehymnen voor Willibrord opgenomen. Appendices bij het Graduale Romanum Beide katholieke groepen gebruikten zoals gezegd in deze tijd ook dezelfde appendices bij het Graduale Romanum. Deze werden al vanaf het einde van de 17 e eeuw en gedurende de gehele 18 e eeuw toegevoegd aan de verschillende in Nederland gedrukte gradualia. Een onderdeel hiervan waren de Cantiones sub elevatione . Deze elevatiestukken werden door het koor tijdens de canon van de mis gezongen direct na de consecratie. Al in een gradualeappendix uit 1678 was de tekst van het getropeerde Benedicamus voor de vespers van 7 november uit het antifonarium van 1756 te vinden! In een gradualeappendix

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=