Perspectief 2017-35

2017-35 “Koomt dezen dag blijmoedig vieren aan Willibrordus toegewijt” 23 Reag eer droeg als opschrift In Festo S. Willibrordi Episcopi & Confessoris Belgarum Apostoli. Het wijkt duidelijk af van dat wat in de Middeleeuwen in de eigen Utrechtse variant van het missaal in gebruik was, de wisselende gebeden waren nieuwe composities. De lezingen en de propriumgezangen waren bijeen gezocht uit verschillende formulieren van uit het Missale Romanum van 1570. Het graduale was eigen aan deze mis en benadrukte het bisschop, Sacerdos magnus , zijn van Willibrord. Het alleluja ziet op het (geestelijke) nageslacht van Willibrord dat door God gezegend zal zijn. Voor de epistellezing was gekozen voor Hebreeën 13:7-17: “Gedenkt uw leidslieden, die u het woord Gods verkondigd hebben”. Deze keuze verraadt een duidelijke boodschap. Willibrord wordt gepresenteerd als de eerste geloofsverkondiger in deze landen en vers 9 vermaant de katholieke gelovigen zich niet door allerlei vreemde – lees: protestantse – leringen op een dwaalspoor te laten brengen. Als evangelie was nu gekozen voor de gelijkenis van de talenten uit Matteüs 25, 14-23. Het lijkt een oproep aan – vooral – de geestelijkheid om in de moeilijke 17 e eeuwse situatie hun talenten goed te gebruiken met de belofte dat dan resultaat niet zal uitblijven. Accentverschuivingen in de Willibrordverering De devotie tot Willibrord werd door Rovenius ook bevorderd via de reeds genoemde Sodalitas Gratiae Dei . De statuten van deze broederschap van 1630 noemden Willibrordus en Bonifatius de “eerste Apostelen ende Bisschoppen van dese Landen”. Ook op andere wijze hield Rovenius zich met Willibrord bezig. In één van zijn geschriften, het Tractatus de Missionibus , beschrijft Rovenius de monnik Willibrord vooral als bisschop, de man die hier te lande het bisschoppelijk bestuur heeft ingevoerd. Dit roept de vraag op of Rovenius hierbij de moeilijkheden van zijn eigen tijd voor ogen stonden. Ordesgeestelijken, en onder hen vooral de jezuïeten, bestreden immers dat het kerkelijk bestuur van 1559 nog bestond. Dit geschil zou mede aan de wieg liggen van de scheuring van Willibrords kerk in 1723. In ieder geval wordt in Rovenius’ beschrijving duidelijk dat Willibrord voor hem méér dan de eerste verkondiger van het katholieke geloof in de Nederlanden is geweest. Hij was ook de eerste bisschop van Utrecht, wiens bisdom nog steeds bestond. Rovenius werd beschouwd als de rechtmatige opvolger op die zetel van Utrecht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=