Perspectief 2017-35

2017-35 “Koomt dezen dag blijmoedig vieren aan Willibrordus toegewijt” 21 Reag eer van ons vaderland was. 7 November was daarmee als enige feestdag van een vaderlandse heilige een geboden feestdag. Op verschillende manieren probeerde Vosmeer Willibrord een plaats te geven. Ten eerste had hij in 1592 bevolen dat de naam van Willibrord – samen met de namen van andere geloofsverkondigers in onze streken – in de litanie van alle heiligen ingevoegd moest worden. Ten tweede zette Vosmeer zich in voor waar mogelijk de plechtige viering van de feestdag van de heilige Willibrordus. In 1613 werd er zelfs gewerkt aan het toonzetten van de antifonen van de lauden, maar dit werk kwam niet af. Ten derde schreef Vosmeer voor hoe de heilige Willibrord moest worden afgebeeld: als bisschop met de Utrechtse dom, een wijnfust en een fles. Die laatste attributen zijn verwijzingen naar wonderverhalen uit oude levensbeschrijvingen. Op diverse schilderijen en liturgische voorwerpen in de Nederlanden katholieke kerken komt hij nog steeds zo voor. Ten vierde stichtte Vosmeer een broederschap van de H. Bonifatius, later door zijn opvolger veranderd in een broederschap van de H.H. Willibrordus en Bonifatius. Deze broederschap is van belang geworden voor de verdere verspreiding van de verering van Willibrord. Beide geloofsverkondigers werden daarbij ook ingezet om de juistheid van het eigen geloofs- en kerkelijk leven te onderstrepen. De protestantse leer werd gezien als een nieuwigheid die afweek van het oude katholieke geloof. De verering van de geloofsverkondigers was daarmee ook programmatisch en paste bij het streven het katholieke geloof ongerept te willen bewaren en doorgeven. Voorspraak van deze geloofsverkondigers zorgde wellicht voor Gods hulp daarbij. Tenslotte zag Vosmeer in het in 1602 door hem te Keulen geopende Collegium Alticollense een belangrijk instrument om het geloof van Willibrord aan de Nederlanders te verkondigen. Dit seminarie stond onder het patronaat van de H.H. Willibrordus en Bonifatius. Dagelijks dienden de priesterstudenten deze patronen aan te roepen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=