Perspectief 2016-32

2016-32 Wat betekent de persoon van Maria voor de mariologie? 63 Reag eer ik constateer dit in de pastorale praktijk. Daar sinds Vaticanum II ruimte is voor de sensus fidelium als locus theologicus moet dit meegenomen worden in de reflectie op Maria en de mariologie. Bovendien is juist dit het eigene dat we als katholieken aan te bieden hebben binnen het oecumenisch gesprek. Eén functie van oecumenische dia- logen is om verschillen die er zijn door theologen ‘op te laten lossen’. Zulke gesprekken moeten zeker gevoerd worden en daaraan is de lezing van Munsterman een fantastische bijdrage. Een tweede, niet minder belangrijke functie van oecumeni- sche dialogen is het, te spreken over de verschillen die niet kunnen worden opgelost. Juist die verschillen moeten besproken worden, zelfs al kunnen en willen wij ze niet wegnemen. Het is namelijk bij uitstek hier dat wij van elkaars rijkdom kunnen leren. Als ouderen mij vertellen hoe ze in mei een boeketje uit het veld plukten en dat ze dat bij Maria mochten zetten, stralen zij. Nostalgisch, tevreden en vertederd. Als jonge mensen mij vertellen wat ze ervaren hebben in Lourdes, dan zijn ze fier, hebben ze genoten en zijn ze in hun geloof gesterkt. Wat willen we in de oecumene: struikelblok- ken wegnemen en theologisch oplossen of van elkaars rijkdom leren, zowel in ervaring als in theologie? Nieuwe vragen Om kort te gaan zou ik dus een vraag aan dhr. Munsterman kunnen stellen: “welke plaats ziet u voor de sensus fidelium bij het localiseren van de mariale dogma’s en de persoon van Maria binnen de hiërarchie van waarheden?” Een tweede vraag, die hier strikt genomen aan voorafgaat, is deze: is er inderdaad een hiërarchie van waarheden ten aanzien van de persoon van Maria (en indien ja, hoe hebben de mariale dogma’s daar hun plaats in)?

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=