Perspectief 2016-32

2016-32 57 Een gereformeerde en evangelicale stem Reactie ‘De weg naar een oecumenische mariologie’ Ruben van de Belt Onwennig en uitgedaagd, zo schrijf ik dit stuk. Als theoloog met één been binnen de gereformeerde traditie en met het andere been in de evangelische beweging heb ik niet vaak nagedacht over Maria, laat staan dat ik erover geschreven heb. Toch wil ik hier reageren op het referaat dat Hendro Munsterman op de bijeenkomst van het Oe- cumenisch Forum voor Katholiciteit heeft uitgesproken. En laat ik daar mijn eerste punt van waardering uitspreken: Munsterman no- digt mij als protestant van harte uit mee te praten, daar hij de mariologie ziet als een vorm van spreken over christologische en so- teriologische overtuigingen die hij en ik als katholiek en protestant delen. Maar juist daardoor komt er ook voor mij wat op het spel te staan; is die mariologische vorm wel een manier van spreken die strookt met die overtuigingen die niet alleen de onze zijn, maar ook de mijne ? Het gaat dus ergens over, maar de christologische en soteriologische taal hebben we gemeen. Alle ingrediënten voor een boeiend gesprek zijn dus aanwezig. Munsterman doet in zijn bijdrage twee voorstellen voor een oecumenische mariologie. Of beter: hij schetst een tweetal contouren voor een interkerkelijk gesprek over de plaats van Maria in relatie tot andere dogma’s en tot historische dan wel symbolische uitspraken over haar. 1 Voorstellen die hij, zo stelt hij, vooral doet aan zijn eigen kerk en geloofsgemeen- schap. Munsterman doet een stap vooruit, betoont moed, en durft duidelijk te zijn over zijn eigen positie en denken over Maria. Maar doordat hij zich uitspreekt komt hij nood- zakelijk in een oppositie te staan met andere stemmen; een positie die hij enkel kan kiezen 1 Voor een de uitgewerkte argumentatie van Munstermans voorstel verwijs ik graag naar zijn lezing, elders in dit tijdschrift weergegeven.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=