Perspectief 2016-32

Perspectief 52 Hendro Munsterman en in het kerkelijk discours verdisconteerd te worden. Ik vermoed namelijk dat indien wij daartoe in staat zullen zijn, de kerkscheidende elementen vanzelf wegvallen. Nemen we als voorbeeld het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis (ik zou hetzelfde kunnen doen voor de beide andere dogma's, maar de tijd ontbreekt me). Dit dogma heeft verschillende aspecten en lagen. Het heeft een christologisch, een soteriologisch en waar- lijk mariologisch element. Soteriologisch: het gaat om een begrip van Gods genadig reddend handelen aan de mens. In die zin is het een dogma dat iets uitzegt over Zijn handelen aan eenieder van ons en aan de schepping in zijn geheel. Wat het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis theolo- gisch en symbolisch uitzegt over Maria gaat ook over wat er aan mij gebeurt tijdens mijn doop. Is een historische lezing van het dogma daarbij echt noodzakelijk? Zijn wij het niet eens over het feit dat alle verlossend handelen van God onverdiend en slechts vrucht van Zijn genade is? En staat die opvatting nu ook niet op de hoogste trede van de hiërarchie der waarheden? Christologisch: het dogma gaat ook over de identiteit van Christus. Gedurende de middel- eeuwen werd de strijd over het idee van een onbevlekte ontvangenis in alle hevigheid gestreden tussen de dominicanen en de franciscanen. De vraag was of Maria bij haar ver- wekking of geboorte nu wel of niet ‘bevlekt’ was door de erfzonde. Deze ‘oorspronkelijke zonde’ was eenieder van ons via Adam (en Eva!) van vader op zoon en van moeder op dochter (in willekeurige volgorde) komen aangewaaid, zonder dat wij daar ook maar enige invloed op hadden. Nu hadden dominicanen en franciscanen een heel verschillende kijk op het ontstaan van het menselijk leven. Bij afwezigheid van wetenschappelijke kennis omtrent het ontstaan van het menselijk leven in de baarmoeder, baseerden middeleeuwse theologen zich op de theorieën van de Griekse wijsgeren. Zo beriepen de dominicanen zich op de theorieën van Aristoteles, de in de middeleeuwen – mede dankzij de islam – herontdekte filosoof. Met hem gingen de volgelingen van Do- minicus uit van de overtuiging dat slechts de man zaad voortbrengt, en dat bij de verwekking van een kind de vrouw slechts passieve materie (menstruatiebloed) bijdraagt.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=