Perspectief 2016-31

Perspectief 10 Door Dr. Bernhard Hegge verschillen in taal, theologische uitwerking en waardering van de rechtvaardigingsleer aanvaardbaar” (nr. 139, vgl. ook de tekst van heel dit nummer). Bij het thema Schrift en traditie wordt geconstateerd: “Met betrekking tot Schrift en traditie zijn lutheranen en katholieken het dusdanig eens dat hun verschillende accentueringen op zichzelf de huidige scheiding van onze kerken niet legitimeren. Op dit vlak is er eenheid in verzoende verscheidenheid” (nr. 210, aanhaling van het document ‘Die Apostolizität der Kirche’). Wat de thema’s van eucharistie en ambt betreft erkent het rapport naast groeiende overeenstemming ook bestaande verschillen in opvatting tussen lutheranen en katholieken. De beschreven toenaderingen van de onderlinge posities lijken mij in sommige gevallen nogal gering. Wat de eucharistie betreft wordt gezegd dat de lutheranen “meer begrip [kregen] voor de redenen om de geconsecreerde elementen na de dienst met respect te behandelen” (nr.152). Dit lijkt toch wel heel ver af te staan van de eucharistische aanbidding, die de katholieke kerk kent. Met betrekking tot het thema van het ambt wijs ik op het aspect van het priesterschap van alle gedoopten. Luthers opvatting hieromtrent wordt uitgelegd (vgl. nr. 162-163). Vervolgens wordt erop gewezen dat ook Vaticanum II het priesterschap van alle gedoopten erkent (vgl. nr. 174). Op dit punt in het document mis ik de aanhaling van ‘Lumen Gentium’ nr.10, waar heel nadrukkelijk naar voren wordt gebracht dat er volgens katholieke opvatting niet slechts een gradueel, maar een wezenlijk verschil bestaat tussen het algemeen priesterschap van alle gedoopten en het ambtelijk priesterschap. Er kan de vraag gesteld worden of de verschillen tussen Luthers opvatting over het priesterschap van alle gedoopten en de katholieke opvatting over het algemeen priesterschap door het document voldoende naar voren worden gebracht. (Ook in nr. 190 dat het verschil aangeeft tussen katholieken en lutheranen met betrekking tot de sacramentele identiteit van de priester komt dit mijns inziens niet duidelijk genoeg aan bod.) 11 11 In nr. 135 van het rapport wordt (met betrekking tot het thema van de rechtvaardiging) erop attent gemaakt dat lutheranen en katholieken met dezelfde termen niet steeds hetzelfde bedoelen en dat men daarom niet slechts op het begrip, maar ook op de inhoud ervan moet letten. Ik vraag me af of dit niet ook geldt voor de term van het algemeen priesterschap van alle gedoopten. Naar aanleiding hiervan zou ik ook willen wijzen op een gevaar voor de – uitermate vruchtbare – methode van de gedifferentieerde consensus:

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=