Perspectief 2015-28

Perspectie 62 Mgr. Dr. D.J. Schoon mensheid na de zondeval – en dat is het geval bij de jansenisten (hoewel die dat natuurlijk nooit konden toegeven) – dan moet het goddelijke oordeel over de redding of verdoeming van alle individuen al van eeuwigheid vaststaan; in menselijke bewoordingen wil dat zeggen: vóór de zondeval. Zo niet, dan zouden we moeten aannemen, dat de ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar voor God als een verrassing kwam en hij zich gedwongen zag, als gevolg van deze onverwachte gebeurtenis, zijn plannen te wijzigen.’ Hij besluit dan: ‘De Rooms-Katholieke Kerk heeft grotendeels in navolging van de filosofie van de jezuïeten een leer aangenomen, die meer in overeenstemming lijkt met het moderne rationalistische begrip van gerechtigheid. Dit houdt uiteindelijk in – niettegenstaande de lange traditie – dat redding niet zonder voorafgaande tegenprestatie aangeboden of onthouden wordt.’ Twee jaar na het verschijnen van Kolakowski’s boek publiceerde Henk Hillenaar (geb. 1935), hoogleraar Franse letterkunde in Groningen, in het maandblad Roodkoper een artikel over de gedachtenwereld van Pascal. 2 Ook hij komt onvermijdelijk te spreken over de genadeleer en stelt: ‘De jezuïeten geloofden in de vrijheid van de mens, de jansenisten zagen slechts Gods genade en de predestinatie. En, om het een beetje ingewikkelder te maken: de jezuïeten waren veelal het kerkelijk establishment terwijl de lekenbeweging van de jansenisten vervolging op vervolging te lijden kreeg.’ Zijn conclusie komt overeen met die van Kolakowski: ‘Overigens, wat we verder ook over de jezuïeten denken mogen, de geschiedenis heeft ze in dit opzicht meer gelijk gegeven dan hun tegenstanders. Gelukkig maar.’ Wat is er zo gelukkig? Strijd om de genadeleer – of iets anders? De vraag waar het in de genadeleer over gaat kan kortweg worden samengevat als: hoe verhoudt zich de menselijke vrijheid tot Gods almacht? Als God immers almachtig is, dan weet hij ook wat de mens doet, niet alleen in het heden, maar ook in de toekomst. De uiterste consequentie van deze gedachtegang is, dat God dan niet alleen van tevoren weet wie er deel zullen hebben aan het eeuwig heil en wie niet, maar ook dat hij ze daartoe heeft voorbestemd . Wat voor vrijheid blijft er dan voor die mens over? En kan hij nog 2 H. Hillenaar, De gedachtenwereld van Blaise Pascal. In: Roodkoper. Maandblad voor cultuur, religie en politiek, 2 de jaargang no. 5, juni/juli 1997, 39.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=