Perspectief 2015-28

Perspectie 24 De icoon, beeld van ons geloof De iconen in de verkondiging van het christelijk geloofsmysterie: een tweeluik Joris Van Ael Joris van Ael is icoonschilder/leermeester te Gent (B), leerling van Bernard Frinking en Leonid Ouspensky. Hij is tevens medeoprichter en bezieler van het ‘Leerhuis van de Kerkvaders’. Op de studiedag te Hernen op 28 maart 2015 gaf hij een theologische reflectie op de icoon, die zich laat lezen als een tweeluik. Hieronder het eerste luik van zijn lezing. I. Is de icoon wel zo evident? In onze kerken, zowel in het orthodoxe Oosten als in het rooms-katholieke Westen, treffen we beelden aan: beelden van Christus, van de Moeder Gods, van de heiligen en ook van de grote heilsfeiten. Is dit wel zo evident? We weten dat het beeld, zij het geschilderd of gebeeldhouwd, inderdaad niet vanzelfsprekend is. De twee andere monotheïstische godsdiensten weren uitdrukkelijk alle beelden uit hun cultusplaatsen en ook binnen onze christelijke familie hebben de protestantse - en tot onlangs de anglicaanse kerken - steeds een duidelijke vrees voor het beeld getoond, ja zelfs beeldvijandigheid zoals de geschiedenis het ons heeft geleerd. Zelfs binnen onze katholieke kerk leeft beeldvijandigheid of tenminste soms een zekere beeldvrees, zoals we die kunnen lezen in de scherpe woorden van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) tegen de overtolligheid van beelden in de kerkgebouwen. Hij vond dat ze verstrooiden en de aandacht afleidden van het gebed. Hij vond dat ze wel konden dienen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=