Perspectief 2015-27

2015-27 Poging tot een zelfkritische orthodoxe evaluatie 29 Reag eer trinitaire fundament van de eenheid . Ook al zijn de expliciete verwijzingen naar de Drievuldigheid niet zo talrijk aanwezig, toch ademt deze tekst ontegensprekelijk een trinitaire geest uit. De herontdekking en herwaardering van de theologie van het eerste millennium van de Kerk stelden de concilievaders in staat het mysterie van de Kerk in de ecclesiologie voorop te stellen en het op de Drievuldigheid te centreren. De Drie-ene God is bron en model van iedere heilsdynamiek. «Dit is het heilig geheim van de eenheid van de Kerk, in Christus en door Christus, waarin de heilige Geest de verscheidenheid van zijn gaven aanwezig stelt. Het hoogste voorbeeld en de diepste oorsprong van dit geheim is de eenheid van de Ene God in drie Personen, van de Ene Vader en Zoon in de Heilige Geest», zegt UR 2. En Lumen Gentium 4 citeert bijna als van nature Cyprianus van Carthago die zegt: «de Kerk is het verenigde volk dat deel heeft aan de eenheid van Vader, Zoon en heilige Geest» ( De Orat. Dom ., 23: PL 4, 536). De eenheid van de Kerk heeft niet een of andere politieke eenheid van deze wereld als model maar de eenheid die men vindt in de schoot van de Drie-ene God. 2. In dit trinitaire principe dat vooruitgeschoven wordt in het decreet vinden we een ander fundament voor de eenheid dat de orthodoxen dierbaar is : de Eucharistie , want de tekst spreekt over het «bewonderenswaardig sacrament van de Eucharistie waardoor de eenheid van de Kerk wordt verzinnebeeld en tot stand wordt gebracht» (§2). Zonder het belang van de twee fundamentele dimensies van de Eucharistie te minimaliseren die elkaar steeds dienen aan te vullen – doel en middel van de eenheid – wens ik te verduidelijken dat voor de orthodoxen die het eucharistisch karakter van de Kerk benadrukken, haar eenheid niet kwantitatief maar kwalitatief is : ze komt niet voort uit een mathematische optelsom van de christenen maar van hun deelname aan hetzelfde eucharistische mysterie dat gevierd wordt in alle lokale gemeenschappen. Het Tweede Vaticaans Concilie drukt het uit met deze woorden: «door de viering van de Eucharistie des Heren wordt dus in deze afzonderlijke Kerken, de Kerk van God opgebouwd en uitgebreid en door de gezamenlijke viering treedt hun onderlinge verbondenheid aan het licht» (§15). UR centrum, van waaruit ook alles verhelderd wordt). Zie „J’aime l’Orthodoxie », in vol. 2000 ans de Christianisme , Paris, 1975, t. II, p. 97.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=