Perspectief 2014-24

Perspectief 14 Prof. dr. Peter-Ben Smit leidde, vond plaats op het tweede provinciaal concilie van Utrecht dat in 1763 bijeenge- roepen werd. 12 Tussen dit provinciale concilie en het vorige provinciale concilie van de katholieke kerk van de Utrechtse kerkprovincie liggen natuurlijk bijna twee eeuwen. Deze werden onder meer gekenmerkt door de strijd om het Jansenistische “spook” en het debat over de status van de Kerk van Utrecht na de reformatie. In een oudere bijdrage over het provinciaal concilie van 1763 schetst Van Kleef de situatie van de Utrechtse kerk rond het midden van de 18 e eeuw als verre van rooskleurig. 13 Na de suspendering (1702) van Petrus Codde en diens weigering verder ambtshandelingen te verrichten, kromp haar ledenaantal gestadig. Ook de keuze wijding van Cornelius Steenoven tot aartsbisschop van Utrecht (1723/1724), op zich een lichtpunt van formaat, kostte de Utrechtse kerk een hoge prijs: zij werd afhankelijk van de wijdende bisschop Dominique-Marie Varlet en de andere Franse theologen die in Holland verbleven, die een zeer uitgesproken lijn vertegenwoor- digden. 14 Dit kwam bijvoorbeeld tot uitdrukking in een lange strijd rond de vraag van de ‘woeker,’ c.q. de omgang met het vragen van rente. Veel van deze onenigheden kwamen tot een hoogte- en kookpunt door het optreden van de Franse theoloog en priester Pierre Leclerc, die publiekelijk ook ecclesiologisch en theologisch gevoelige thema’s als het pau- selijk primaat iure divino en ruimte voor traditie bij de interpretatie van de Schrift op een radicale manier aanpakte. Dit bracht hem, naar de mening van velen, in enerzijds orthodox (c.q. “Grieks”) vaarwater en anderzijds in de nabijheid van protestantse theologie. 15 In deze beide gevallen, die hier als voorbeeld dienen, en in andere gevallen week hij sterk af van 12 Zie voor een eerste contextualisering en beschrijving, e.g., B.A. van Kleef, ‘Das Utrechter Pro- vinzialkonzil vom Jahre 1763. I. Die Zeit vor das Konzil,’ Internationale Kirchliche Zeitschrift 49 (1959), 197-228, en “Das Utrechter Provinzialkonzil vom Jahre 1763. II. Das Konzil,’ Internationale Kirchliche Zeitschrift 50 (1960), 65-92. 13 Van Kleef, ‘Provinzialkonzil II,’ 199. 14 Van Kleef, ‘Provinzialkonzil II,’ 200. 15 Zie Dale K. Van Kley, ‘Civic Humanism in Clerical Garb: Gallican Memories of the Early Church and the Project of Primitivist Reform 1719–1791,’, Past & Present 200 (2008), 77-120, 85: “The immediate motive for the convening of this council in 1763 was the embarrassment caused by one Pierre Le Clerc, a French Jansenist emigré priest living in Haarlem whose ever more Protestant- like utterances were beginning to compromise this church’s claim to be a Catholic one. Le Clerc’s provocations began with a flat denial of papal primacy by divine right and culminated in the eleva- tion of scriptural authority above that of tradition, conflating the status of bishop and priest along the way. Wishing to vindicate its Catholicity in the face of papal excommunication, the church used the council to distance itself from these and like propositions.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=