Perspectief 2014-24

2014-24 De dynamische receptie van het Concilie van Trente binnen de Kerk van Utrecht15 Reag eer de leer van het Concilie van Trente. Het Utrechtse provinciaal concilie van 1763 reageerde hierop door, trouw blijvend aan de eerdere ecclesiologische principes die een rol speelden bij de keuze en wijding van Steenoven veertig jaar eerder, zijn katholieke, c.q. rooms- ka- tholieke, houding te benadrukken. 16 Dit gebeurde onder meer door een erkenning van het jurisdictieprimaat van de paus, van diens positie als zichtbaar hoofd van de kerk en als eerste plaatsvervanger van Christus op aarde, en door een erkenning van de geloofsbelij- denis van Paus Pius IV, waarin de kerk van Rome genoemd wordt als moeder van alle kerken en waarin eveneens een eed van gehoorzaamheid aan de paus was opgenomen. 17 Ook beschouwde het concilie de oosterse Orthodoxie als schismatiek. Tegelijkertijd perkte het concilie de pauselijke claims ook in, door nadruk te leggen op de conciliaire traditie. 18 Het concilie presenteerde zichzelf zo dus niet als een groep dissidenten die bij elkaar kwam, maar als het provinciale concilie van een door en door katholieke kerkprovincie, op wiens orthodoxie niets viel af te dingen. Het Utrechts provinciaal concilie droeg zo bij tot een positieve receptie van de resultaten van het Concilie van Trente binnen de Kerk van Utrecht. Hoewel de reacties op dit concilie van geestelijken in de Nederlanden en in het buitenland veelal positief waren, 19 reageerde Clemens XIII met een veroordelend decreet van 30 april 1765; de veroordeling was gebaseerd op de onwettige keuze van de deelne- mende bisschoppen en het niet (meer) bestaan van de Utrechtse kerkprovincie. Het Concilie van Trente en de Kerk van Utrecht na 1853 De bisschoppen van de Utrechtse kerkprovincie [bedoeld is de Roomschkatholieke Kerk van de Oudbisschoppelijke Cleresie – opm. red] reageerden in 1853 geschokt en teleur- gesteld op de invoering van een op Rome georiënteerde bisschoppelijke hiërarchie die 16 Voor Van Kley, ‘Humanism,’ 120: levert dit de volgende paradox op: “In the autumn of 1763 Enlightenment Europe witnessed one of the century’s more paradoxical events: a Catholic provin- cial council meeting in the Protestant Dutch Republic proclaiming a conception of the Catholic Church most closely associated with France.” 17 Zie Schoon, Cleresie , 30, Hallebeek, Recht , 127. 18 Zie Van Kley, ‘Humanism,’ 84-85. 19 Zie, e.g., Dale K. Van Kley, ‘Catholic Conciliar Reform in an Age of Anti-Catholic Revolution,’ in: Kathleen Perry Long (red.), Religous Difference in France. Past and Present (Kirksville: Truman State University, 2006), 91-140, 99-100.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=