Perspectief 2014-23

2014-23 Een herlezing van de door het Concilie van Trente en de Protestantse Belijdenisgeschriften uitgesproken veroordelingen 91 R eageer voor de Eenheid aan de GÖK toegevoegd. Deze ad hoc commissie, die zichzelf een be- perkte tijd gaf en van 1981 tot 1985 actief was, kwam tot de bevinding dat het gemeenschappelijk geloofsgetuigenis van de twee grote Duitse kerken werd benadeeld door de wederzijdse veroordelingen in het verleden en besloot de opdracht tot een studie daarover tot een ‘zuivering van het verleden’ ( Bereinigung der Vergangenheit ) te geven aan al langer bestaande en zeer productieve Ökumenische ArbeitsKreis (ÖAK) van katho- lieke en protestantse theologen. Omdat het protestantse smaldeel van de ÖAK tot dan toe voornamelijk uit lutheranen bestond, werden ook enkele gereformeerde theologen aan- gezocht. In totaal zijn zo’n vijftig theologen bij het project betrokken geweest. Voor de werkzaamheden werden drie werkgroepen in het leven geroepen, die zich met de vol- gende drie terreinen zouden bezig houden: 1. de rechtvaardiging (geloof – doop – boete); 2. de sacramenten (in het algemeen en in het bijzonder de Maaltijd van de Heer); 3. het ambt (inclusief de ecclesiologische veronderstellingen en de vraag naar de verhouding tussen Schrift en Traditie). Het concilie had zich met meer dan deze drie controversiële onderwerpen beziggehouden (de verering van de heiligen en vooral die van Maria; de geloften voor het monastieke leven); ze waren toentertijd niet de reden voor de scheiding en werden niet bij de studie inbegrepen. De ÖAK was in oktober 1985 met haar werkzaamheden klaar en op basis van het door de ÖAK verschafte materiaal kon de GÖK haar beknopte eindrapport schrijven en in januari 1986 publiceren. Hiermee boden zij het resultaat van het werk van de ÖAK aan de leiding van de betrokken kerken aan met het verzoek het te beoordelen en er concrete gevolg- trekkingen aan te verbinden betreffende het oordeel dat die kerken over elkaar hebben geveld. Zij zouden met bindende kracht moeten uitspreken dat de huidige partner niet meer getroffen wordt door de veroordelingen uit de 16 e eeuw, voor zover diens leer niet meer wordt bepaald door de dwaling die de veroordeling wilde afweren. Ook op die pun- ten waarover nog geen volledige overeenstemming bestaat maar die wel van hun scherpe

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=