Perspectief 2014-23

2014-23 Het protestantse beeld van Trente 87 Reag eer and subverting the scriptural method of salvation.“ 51 Het beeld van Trente is dat van een concilie dat zich doelbewust verzet tegen de geopenbaarde wil van God, 52 en een beeld waarin de paus als antichrist wordt voorgesteld, beide beelden die zich in de traditie van het orthodoxe protestantisme tot op vandaag hebben doorgezet. Een eerste blik over nieuwere kerkhistorische overzichten wekt de indruk dat de beschrij- ving van Trente meer gericht is op begrip en toenadering en daarom minder negatief en afwijzend is. Daarmee lijkt het protestantse Trente-beeld te veranderen. Merkbaar is dit aan het herhaaldelijke noemen van de hervormingsmaatregelen van het concilie, 53 door het wijzen op het feit dat de concilievaders de intentie en theologie van de Reformatie niet helemaal goed begrepen hebben met als gevolg dat de besluiten van het concilie zich dus ook in hun veroordelingen niet tegen de eigenlijke Reformatie gericht zijn. 54 Ook het feit dat het decreet De iustificatione met zijn 33 Canones de reformatoren niet bij name noemt en niet personen maar opvattingen vervloekt worden, wordt positief geduid en wordt gezien als aanknopingspunt voor het gesprek tussen Rome en Reformatie. Nog een stap verder gaan beschrijvingen die waarschijnlijk uit oecumenische overwegingen de in- druk wekken alsof het concilie nooit heeft plaatsgevonden. Een voorbeeld hiervan is de gemeenschappelijke verklaring van een aantal Amerikaanse leidinggevende Evangelicals en katholieken die Trente ongenoemd laten en de nadruk leggen op de gemeenschappe- lijke verantwoordelijkheid die beide confessies hebben om in deze wereld het Evangelie van Christus te verkondigen. Van katholieke zijde kwam daarop de kritiek dat men als katholiek met dit document de vervloekingen van Trente over zich heen haalt omdat hier gesteld wordt dat eeuwige zaligheid alleen vrucht van genade is. 55 Positief te waarderen is dat er recent van orthodox protestantse zijde meer gestreefd wordt Trente contextueel 51 Cunningham (wie Anm. 49), 494. 52 „…determined opposition to God´s revealed will,…“, Cunningham (wie Anm. 49), 488. 53 „…das Reformanliegen wie ein gewisser roter Faden durch alle Sitzungen hindurchzieht.“ Hubert Kirch- ner, Reformationsgeschichte von 1532-1555/1566. Kirchengeschichte in Einzeldarstellungen II/6, Berlin 1987, 161. 54 H.G. Pöhlmann, Das Konkupiszenzverständnis der Confessio Augustana, der Confutatio und des Konzils von Trient, CAC 389-395. Hierzu auch Otto Hermann Pesch, Lehrverurteilungen???. 55 Mary Jo Anderson, Catholics vs. Evangelicals,in: Crisis 13, no. 9 (October, 1995).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=