Perspectief 2014-23

Perspectief Prof. dr. Wim François & Prof. dr. Violet Soen 8 de pausen erg afhankelijk van de curie die beneficies vaak aan de hoogste bieder verkocht en tegen betaling allerlei flagrante dispensaties of exempties van het kerkelijk recht afle- verde. De renaissancepausen beseften dat ze heel wat te duchten hadden van de samenroeping van een concilie, zoals de vijftiende eeuw met onder meer de concilies van Konstanz en Basel had aangetoond. John O’Malley benadrukt in zijn boek dat de vrees voor het conciliarisme die sindsdien bij paus en curie bestond, de samenroeping van een Concilie erg vertraagde en hij laat niet na op de verantwoordelijkheid van deze instanties te wijzen. 6 Bovendien was Lateranen V nog maar pas afgesloten en kon de nood aan een concilie op deze wijze gemakkelijk worden afgewimpeld. Toch leefde in bepaalde kringen van de Katholieke Kerk wel degelijk een wil tot hervor- ming. In de Nederlanden en het Duitse Rijnland had de Devotio Moderna sinds de late middeleeuwen een aanzienlijke aanhang. In reactie op de aanslepende misstanden in de institutionele Kerk, propageerde deze vroomheidsbeweging een hernieuwde navolging van Christus, in zijn leven, passie en verrijzenis. 7 Daartoe werd de private lezing van de bronnen van het apostolische leven, de Bijbel en de kerkvaders, aanbevolen. De hernieu- wingsbeweging bracht leken bijeen in nieuwe vormen van (semi-)religieus leven en leidde uiteindelijk tot de stichting van observante kloosterorden. Een exponent van deze laatbloei van de Devotio Moderna was ook het domus pauperum dat Johannes Standonck eerst in Parijs stichtte – het Collège de Montaigu – en later ook in Valenciennes, Cambrai, Mechelen en Leuven. Toekomstige kloosterlingen en clerici leefden er samen, met het oog op een goede opleiding, in een strikte discipline en met de verplichting tot koorgebed. Uit het milieu van de Devotio Moderna stamde ook Erasmus die de inzichten van de beweging radicaliseerde en een scherpe tegenstelling maakte tussen de religie van de geest en de religie van het vlees. Tegenover de beleving van uiterlijke, naar zijn aanvoelen vaak bijge- lovige, praktijken, plaatste Erasmus een verinnerlijkt, moreel christendom, gevoed door de in the Church of the Netherlands’, Fragmenta: Journal of the Royal Netherlandish Institute in Rome 4 (2010) 1-22; E. Gleason, ‘Who was the first Counter-Reformation pope?’, The Catholic Historical Review 81 (1995) 173-184. 6 O’Malley, Trent , p. 23-38 en 57. 7 A. Speetjens, ‘A Quantitative Approach to Late Medieval Transformations of Piety in the Low Countries. Historiography and New Ideas’, in R. Lutton en E. Salter (ed.), Pieties in Transition: Religious Practices and Experiences, c. 1400-1640 , Aldershot 2007, 110-114.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=