Perspectief 2014-23

2014-23 Het Concilie van Trente (1545-1563). 39 Reag eer een ‘Leuvens project’ was. En wanneer de keizer, eveneens in 1546, aan de Leuvense the- ologische Faculteit, twee leerstoelen opricht, een voor Schriftuur, en een voor scholastieke theologie, dan lijkt hij in de dynamiek te treden van de vijfde sessie van Trente. Daar werd gedecreteerd dat leerstoelen voor de heilige Schrift zouden worden opgericht in oplei- dingscentra voor geestelijken, zodat deze hun onderricht en prediking op degelijke Bijbelkennis zouden kunnen baseren. 1546 mag in ieder geval als het begin gelden van een gouden eeuw van Bijbelstudie in Leuven en Douai. 66 De ‘officiële’ implementatie van het Concilie van Trente in de Nederlanden viel overigens samen met de reorganisatie van de bisdommen in de Nederlanden, hetgeen officieel was geregeld in 1559 met de bul Super Universas . 67 Eigenlijk wilden de Habsburgse vorsten al langer dat de politieke structuur van hun rijk en de kerkelijke structuur zouden samenval- len maar het was pas in de marge van het Concilie van Trente dat de Leuvense theoloog Sonnius de onderhandelingen tot een goed einde wist te brengen. Door de hernieuwde profilering van het bisschopsambt in Trente kreeg deze reorganisatie een extra dynamiek en zou ze een voornaam instrument bij de katholieke hervorming in de Nederlanden blij- ken te zijn. 68 Trente maakte echter niet alleen enthousiasme los: wanneer Filips II en de landvoogdes in de Nederlanden in 1565 ook de besluiten van Trente wilden afkondigen, tekenden zowel vooraanstaande adellijke raadsheren als protestantse rijksgroten protest aan. 69 Zij zagen in de reorganisatie van de bisdommen en de afkondiging van de Triden- tijnse decreten een ‘Spaans-Romeins complot’, en een voorbode van de ‘introductie van 66 François, ‘Augustine and the Golden Age of Biblical Scholarship in Louvain’. 67 D. Vanysacker, ‘Bilancio storiografico della storia delle diocesi nell'area Belga-Olandese dopo la rior- ganizzazione del 1559’, in Storia della chiesa in Europa tra ordinamento politico-amministrativo e strutture ecclesiastiche, Brescia 2005, 121-138. 68 M. Cloet, Het kerkelijke leven in een landelijke dekenij van Vlaanderen tijdens de XVIIde eeuw. Tielt van 1609 tot 1700 , Leuven 1968, en vooral M. Cloet, N. Bostyn, en K. De Vreese (ed.), Repertorium van dekenale visitatieverslagen betreffende de Mechelse kerkprovincie (1559-1801) , Leuven 1989; J. D. Tracy, ‘With and Without the Counter-Reformation: The Catholic Church in the Spanish Netherlands and the Dutch Republic, 1580-1650’, The Catholic Historical Review 71 (1985) 547-575. 69 V. Soen, ‘Between Dissent and Peacemaking: Nobility at the Eve of the Dutch Revolt (1564-1567)’, Revue belge de Philologie et d’Histoire 86 (2008) 735-758; M. Weis, ‘La Paix d’Augsbourg de 1555: Un modèle pour les Pays-Bas? L’ambassade des princes luthériens allemands auprès de Marguerite de Parme en 1567’, in Entre Royaume et Empire: Frontières, rivalités et modèles , Neuchâtel 2002, 87-100.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=