Perspectief 2014-23

2014-23 Het Concilie van Trente (1545-1563). 11 Reag eer renaissancepausdom en met het andere in de kerkelijke hervorming. Hij was vader van vier bastaardkinderen en kampioen van het nepotisme, maar aarzelde niet om onmiddellijk na zijn verkiezing, meer bepaald in 1536, een commissie op te richten o.l.v. kardinaal Gasparo Contarini die de samenroeping van een Concilie moest voorbereiden. De commissie vaar- digde een Consilium de Emendanda Ecclesia uit die de misbruiken in de curie aanklaagde, en zo de weg bereidde om een breder concilie bijeen te roepen. Tegelijkertijd vaardigde hij de bul Ad Dominici Gregis Curam uit waarbij hij een concilie samenriep voor het jaar nadien. Door politiek-religieus getouwtrek zou de effectieve samenkomst van een concilie nog jaren op zich laten wachten. Pas nadat Frans I door Karel V was verslagen nabij Crépy in 1542, lag de weg vrij voor een kerkvergadering in Trente. De keuze van de plaats van samenkomst was een compromis: het was een stad in het rijksgebied van Karel V, die op deze wijze de protestanten wilde tegemoet komen, maar ze bestond grotendeels uit een Italiaanstalige bevolking en bevond zich op koerierafstand van Rome. 14 Vijfentwintig sessies zou het Concilie van Trente uiteindelijk kennen, gedurende drie zit- tingsperioden, gespreid over maar liefst achttien jaar: (1) van december 1545 tot maart 1547; (2) van mei 1551 tot april 1552; (3) en tenslotte, na een hiaat van 10 jaar, van januari 1562 tot december 1563. Vaak is gewezen op het lage aantal deelnemers aan het Concilie. Zeker gedurende de eerste twee zittingsperioden bereikte het aantal aanwezige prelaten nooit de 100 (op de ongeveer 700 bisschoppen die er toen waren) en er waren vaak meer theologen present dan bisschoppen. In die zin is het Concilie van Trente ook wel eens een ‘theologenconcilie’ genoemd, en hun rol is recent nog door Günther Wassilowsky onder- zocht. 15 Het aantal deelnemende bisschoppen aan de kerkvergadering bereikte wel een piek in de derde periode, wanneer er in het tweede jaar, 1563, steeds ongeveer 200 pre- laten aanwezig waren, met een hoogtepunt van 280 deelnemers in de zomer van 1563. Onduidelijk is of wel van alle bisschoppen werd verwacht dat ze gingen of konden gaan; de bisschoppen waren, zoals reeds aangestipt, in belangrijke mate ook raadsheren en er 14 O’Malley, Trent, p. 59-73. 15 G. Wassilowsky, ‘Teilnehmer ohne Stimme? Zur Rolle der Theologen auf dem Konzil von Trient’, in H. A. Mooney, K. Ruhstorfer, en V. Tenge-Wolf, Theologie aus dem Geist des Humanismus. Festschrift für Peter Walter , Freiburg 2010, 416-431.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=