Perspectief 2013-20

4 wezenskenmerken systematisch gezien met elkaar zijn verbonden. 5 Men kan niet over de katholiciteit van de kerk spreken zonder ook haar eenheid, heiligheid en apostoliciteit in de overwegingen mee te nemen. 1.2 De eerste stap die vervolgens moet worden gezet, is het beantwoorden van de vraag waarop de vier bepalingen ‘één, heilig, katholiek en apostolisch’ betrekking hebben. Op het eerste gezicht lijkt het antwoord duidelijk: de kerk. Wanneer echter de huidige ecclesiologische debatten zowel in bilaterale en multilaterale dialogen enerzijds als binnen de Rooms- katholieke Kerk anderzijds in ogenschouw worden genomen, wordt duidelijk dat er verdere verheldering nodig is. Is een bepaalde kerkelijke traditie of denominatie drager van de wezenskenmerken, of kan – ook of juist – een kleinere eenheid drager van deze kenmerken van de kerk zijn? Hierbij kan ‘een kleinere eenheid’ nader worden omschreven als ‘lokale kerk’, een begrip dat ik later nog zal verduidelijken. Deze vraag met betrekking tot het geheel of een kleiner deel wordt binnen de hedendaagse rooms-katholieke ecclesiologie behandeld onder de noemer van en verhouding tussen de trefwoorden ‘lokale kerk – wereld kerk’ of ‘deelkerk – universele kerk’. Of is er wellicht sprake van een werkelijkheid ‘kerk’ die alle huidige zichtbare confessionele verdeeldheid overstijgt en de eigenlijke plaats en drager van katholiciteit is? Vraag is dan hoe het voor een kerk van een bepaalde denominatie mogelijk is zich te zien als representatie of verwezenlijking van de belijdenis ‘ene, heilige, katholieke en apostolische kerk’. Betekent het dat die katholiciteit van de kerk, die toch ook de ene kerk is, dan slechts gedeeltelijk of proleptisch of in ideële (mythische, onzichtbare) zin tot uitdrukking komt in de bestaande denominaties? 6 Heeft het tot gevolg dat de uitdrukking ‘katholiek’ dan niet meer als afbakening kan worden gebruikt; dat niet meer kan worden gesteld dat sommige kerken katholiciteit bezitten en andere niet? Moet dan ook worden afgezien van een typologie die zich verzet tegen het ‘katholieke’ van ‘protestantse’ kerken? 7 Er zijn nog meer aspecten meegenomen in de onderhavige reflectie op de katholiciteit van de kerk. Uitgaand van het perspectief van ‘het geheel’ dat doorklinkt in het woord katholiek (het schijnt om iets te gaan dat op ‘een’ of ‘het’ geheel betrekking heeft), wordt vanuit de grond van de katholiciteit van de kerk, dat is de Drie-ene God, een stap gezet en ook de doelstelling van de kerkelijke zending in de beschouwingen opgenomen. Ik citeer ter illustratie een formulering van Walter Kasper, die de katholiciteit van de kerk als volgt samenvat: Het heeft betrekking op: ‚1) Sendung zu allen Menschen, allen Völkern, Kulturen, Rassen und Klassen, 2) Universalität hinsichtlich Raum und Zeit und 3) Besitz der Fülle der Heilsgaben, Dienste und Stände (vgl. LG 13). Die Kirche ist katholisch heißt also: Sie verkündet den ganzen Glauben und das ganze Heil für den ganzen Menschen und die ganze 5 Vgl. bijv. de beknopte zakelijke omschrijving van Beinert , Art. “Katholizität”: “Katholizität ist die Eigenschaft der Kirche, durch die sie al die eine (Einheit) imd stets ihrem Ursprung verbundenen (Apostolizität) und dank der Macht der heiligenden Gnade Heiligkeit) universale Kirche existiert.” Voor de verhouding tussen ‘katholiciteit’ en ‘universaliteit’, die in betekenis vaak als uitwisselbaar worden beschouwd, zie hieronder. 6 Hier kan verwezen worden naar anglicaanse uitspraken, waarin bijvoorbeeld de Church of England of de Anglican Communion , als deel van de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk wordt gezien. Zij kan als een andere denominatie en canoniek gescheiden kerk onder bepaalde voorwaarden als een ‘ware kerk’ dan wel als deel van de ene kerk van de geloofsbelijdenis herkend en erkend worden, zelfs wanneer een volledige zichtbare gemeenschap (nog) niet gerealiseerd is. Vgl. bijv. “An Appeal to All Christian People”, Lambeth Conference 1920, in: Bell (Hg.), Documents, 1-5, of meer recent The Eucharist: Sacrament of Unity , 16v; Pushing at the Boundaries , 95-103. In deze laatste voorbeelden wordt ook een eucharistic sharing met niet-episcopale kerken geïmpliceerd. 7 Een dergelijke typologie lijkt verondersteld te worden wanneer gesproken wordt over ‘kerken en kerkelijke gemeenschappen’, zoals in de rooms-katholieke theologie sinds Vaticamum II gebruikelijk geworden is. De traditionele oud-katholieke theologie denkt hier niet wezenlijk anders, hoewel de terminologie niet is overgenomen. De vraag naar de geldigheid van het (in de bisschop verankerde) kerkelijk ambt is onderscheidend. De Oud-Katholieke Kerken erkennen de authenticiteit van de wijdingen van de Church of England en de Anglican Communion (zie 3.4). Voorts zij opgemerkt dat de erkenning van de ambten in een episcopale kerk die feitelijk en theologisch een voortzetting van de oude kerk wil zijn, gemakkelijker is dan erkenning van kerken waarin het bisschopsambt als theologisch principe in twijfel getrokken wordt. Deze twijfel moet uiteraard wel in een overkoepelend ecclesiologisch perspectief geplaatst worden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=