Perspectief 2013-20

3 Wat maakt de kerk katholiek? Perspectieven voor een oud-katholiek antwoord* door Urs von Arx 1. Inleiding 1.1 Onlangs legde ik tijdens het koffiedrinken na de kerkdienst aan willekeurige aanwezigen de vraag voor: ‘Wat maakt onze kerk volgens u katholiek?’. Het eerste antwoord luidde: ‘Wij zijn toch helemaal niet katholiek!’ Niet bepaald een verheffend staaltje kerkelijke zelfperceptie van een lid van een kerk die zich vanwege haar episcopaal-synodale model christkatholisch of oud-katholiek noemt. De theologisch argumenterende oud-katholieke beweging, die zich uit protest tegen het Eerste Vaticaans Concilie van 1869/70 in Duitsland, Zwitserland en het Habsburgse rijk tot zelfstandige bisdommen ontwikkelde, wilde immers toch niet anders zijn dan katholiek? 1 Dat blijft staan, hoe men tegenwoordig hun beweegredenen in het licht van het ultramontaan uitgelegde katholicisme van de tweede helft van de negentiende eeuw ook beoordeelt. Tegelijkertijd verbaast het antwoord me niet. Het laat zien hoe het woord ‘katholiek’ in het dagelijks spraakgebruik en in kerkelijke uitspraken veelal een confessionele lading heeft. Van oud- katholieke zijde wordt een herhaalde, en ietwat vermoeiende, poging gedaan dit recht te zetten door erop te wijzen dat het beter is te spreken over ‘rooms-katholiek’ wanneer men doelt op de met de paus verbonden katholieke kerk. Deze pogingen werpen weinig vruchten af, te meer omdat het onderscheid in het binnenkerkelijk spreken ook niet altijd helder wordt gemaakt. Bovenstaand voorbeeld illustreert dit. De vraag naar de katholiciteit van de kerk (op zich een modern begrip) die in deze bijdrage wordt uitgewerkt, heeft primair van doen met de kenmerken van de kerk, zoals die in de enige daadwerkelijk oecumenisch aanvaarde 2 christelijke geloofsbelijdenis van Nicea- Constantinopel zijn geformuleerd. 3 In dat belijdenisgeschrift is in een uitbreiding van de trinitarisch opgebouwde tekst, aansluitend op de beknopte uitspraken over de heilige Geest, sprake van een geloof ‘in de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk’. Daarop volgt het belijden van de doop (tot vergeving der zonden) en de verwachting van de opstanding der doden en het leven in de wereld die komen zal. 4 Het feit dat de ecclesiologische uitspraken in het geheel van de geloofsbelijdenis trinitarisch en pneumatologisch zijn verankerd, geeft aan dat ook ieder reflecteren op de kerk zich moet verhouden tot God en zijn heilsplan. Bovendien moet er bij een reflectie rekening mee worden gehouden dat de vier * Vertaling: Helen Gaasbeek, MTh; in de vertaling is het Zwitserse “christkatholisch” consequent door “oud- katholiek” vervangen. Deze bijdrage is een herziene versie van: ‘Was macht die Kirche katholisch? Perspektiven einer christkatholischen Antwort,’ in Katholizität – Eine ökumenische Chance , ed. Wolfgang W. Müller [Schriften Ökumenisches Institut Luzern 4] (Zürich: NZN/TVZ, 2006), 147–186. 1 In Zwitserland wordt dit duidelijk in de titels van de eerste publicaties van de christkatholische beweging en kerk: “Katholische Blätter” (Olten, 1873-1877), of “Der Katholik” (Bern, 1878-1952); “Le Chatholique Suisse” (Genève, 1873-1876) of “Le Catholique national” (Genève, 1876-1878; 1891-1908). 2 Vgl. de (definitieve) studie van de Wereldraad van Kerken: Gemeinsam den einen Glauben bekennen . 3 Voor een overzicht van de historische problematiek van de voor het eerst in de geschriften van Chalcedon 451 terug te vinden tekst, vgl. het overzicht van Drecoll , 282. 4 Vgl. CODdt., Bd. 1, 24. Deze versterkende toevoegingen vervangen de Anathemata van de geloofsbelijdenis van Nicea 325 (ebd. 5). Voor verdere vroege formuleringen in geloofsbelijdenissen uit de eerste helft van de vierde eeuw (Alexander van Alexandrië 324; Concilie van Antiochië 324/5) vgl. Hübner , Überlegingen 34, voetnoot 10.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=