Perspectief 2013-19

56 oordeel van Hermans hard. De Nederlandse bisschoppen gaven de verantwoordelijkheid uit handen, priesters en theologen zijn tekort geschoten in het waarborgen van de heiligheid van de liturgie en leken moesten het steeds meer stellen zonder deugdelijke catechese en vorming. Toch is Hermans niet somber over de toekomst. Het gevoel van euforie is over en de uitgangspunten van Sacrosanctum concilium krijgen een tweede kans. Hij ziet dan ook kansen voor een liturgische evangelisatie en evangeliserende liturgie mits deze wordt onder- steund door een degelijke geloofsvorming en systematische katholieke catechese. De bijdrage over de pastorale constitutie Gaudium et spes tenslotte is van de hand van prof. dr. A. Jerumanis van de Theologische Faculteit Lugano (Zwitserland). Na een korte schets van het ontstaan en de inhoud gaat zijn aandacht vooral uit naar de verschillende interpretaties van Gaudium et spes . Aan de orde komen de visies van E. Schillebeeckx, W. Kasper, K. Wojtyla en J. Ratzinger. Tenslotte gaat hij in op de vraag naar het belang van de constitutie voor vandaag. Hij baseert zich hier vooral op de inzichten van W. Kasper in diens studie ‘Die Katholische Kirche’ die in juni 2011 bij Herder werd uitgegeven. Commentaar Vijftig jaar na het begin van het Concilie is een goed moment om terug te kijken. Het Concilie was een historische gebeurtenis met een geweldige uitwerking op de hele Kerk, niet in de laatste plaats in ons eigen land. In deze publicatie worden wordingsgeschiedenis, inhoud, interpretatie en doorwerking van de vier constituties beknopt behandeld. Het zijn vier toegan- kelijke artikelen waarin grondinzichten van het Concilie helder worden verwoord. Ook vijftig jaar na het begin behoudt het Concilie actualiteitswaarde. De positieve grondhouding in de artikelen over de blijvende betekenis van het Concilie is bemoedigend, zij het dat het harde oordeel in het artikel over de liturgische vernieuwing in Nederland nogal confronterend is. De vraag is of hierin wel voldoende onderscheid wordt gemaakt tussen goede, minder goede en verkeerde aanzetten op het terrein van de liturgische vernieuwing. Nu ontstaat de indruk dat de Kerk in Nederland ten gevolge van de liturgische hervorming steeds dieper in crisis is geraakt. Dat lijkt me te zwaar aangezet en doet enigszins afbreuk aan deze waardevolle publicatie.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=