Perspectief 2013-19

54 Vijftig jaar Vaticanum II en start Jaar van het Geloof - recensie Lezingen symposium 12 oktober 2012 Kerkelijke Documentatie 2012/3, uitgave van het SRKK door Geert van Dartel Het begin van het Tweede Vaticaans Concilie en de uitgave van de Katechismus van de Katholieke Kerk waren de aanleiding voor het Jaar van het Geloof dat op 11 oktober 2012 van start ging. Precies een jaar eerder had paus Benedictus XVI het aangekondigd in zijn apostolische brief Porta fidei . De bedoeling van het Jaar van het Geloof is om in de hele Kerk een impuls te geven aan geloofsverdieping en geloofsvernieuwing. ‘Ook in onze dagen is het geloof een gave die opnieuw moet worden ontdekt en gekoesterd en waarvan getuigenis moet worden afgelegd, opdat de Heer het ieder van ons vergunt de schoonheid en de vreugde van het christen zijn te beleven’, aldus paus Benedictus in zijn homilie op het feest van de Doop van de Heer (10 januari 2010). Bij gelegenheid van het begin van het Jaar van het Geloof organiseerden de Nederlandse bisschoppen in de Nicolaaskerk in Utrecht een drukbezocht symposium over de vier constituties van het Concilie. De dag werd geopend met een eucharistieviering en afgesloten met de viering van de vespers in de St. Catharina-kathedraal. In de reeks Kerkelijke Documentatie werden de teksten van het symposium uitgegeven. De publicatie is een belangrijke bijdrage aan de discussie over de vraag hoe we vandaag het Concilie moeten verstaan. In zijn homilie wees kardinaal dr. W. Eijk op de tegengestelde reacties die het Concilie bij mensen oproepen. Aan de ene kant zijn er mensen die teleurgesteld zijn omdat het Concilie niet de veranderingen heeft gebracht waarop men hoopte. Aan de andere kant zijn er mensen die boos zijn omdat ze in het Concilie een belangrijke oorzaak zien voor de huidige crisis van de Kerk. Kardinaal Eijk zelf situeert het Concilie in een tijd van zich doorzettende secularisering die zich al ver voor het Concilie had aangekondigd. Hij noemt het ‘een geschenk van de voorzienigheid’ omdat het wezenlijke inzichten over Kerk, Schrift, liturgie, oecumene en de relatie tot de wereld heeft gegeven die voor de geloofsvernieuwing van grote betekenis blijven. Anno 2013 is de juiste interpretatie, de juiste hermeneutiek van het grootste belang. Die juiste sleutel is niet gelegen in een tekst of een principe, maar in de relatie tot Christus. ‘Zonder het geloof in Christus ontbreekt de sleutel om het Concilie goed te kunnen interpreteren en te kunnen toepassen.’ De vier bijdragen leiden de lezer binnen in de grote thema’s van het Concilie. De aandacht gaat zowel uit naar de wordingsgeschiedenis als naar de receptie en de interpretatie van de teksten. De vier constituties geven samen de grote samenhang van het Concilie aan: de reflectie van de Kerk op Gods openbaring in Christus die wordt doorgegeven in Schrift en Traditie, de viering van het geloof in Christus in de liturgie, de betekenis en de ordening van de Kerk en haar betrokkenheid op de hedendaagse wereld. De vier constituties Mgr. dr. J. Liesen laat in het artikel over Dei Verbum iets zien van de worsteling van de concilievaders met de opvattingen over de openbaring van God. Hij wijst op de belangrijke inbreng van Joseph Ratzinger, theologisch adviseur van kardinaal Frings, vanaf het begin van het Concilie in deze discussie. Niet Schrift en Traditie zijn de bronnen van openbaring, maar het spreken van God en de zelf-mededeling van God zijn de enige bron waaruit de beide rivieren Schrift en Traditie stromen. De constitutie is een van de belangrijke vruchten van het Concilie. Vanaf oktober 1962 stond deze op de agenda. De eerste twee ontwerpen sneuvelden, maar het onderwerp bleef op de agenda. Pas op 18 november 1965 werd het

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=