Perspectief 2013-19

53 vinden in de epiloog van het boek. De visioenen zijn bedoeld als aanduidingen van een hermeneutisch instrument om met de ontwikkeling van de tijd de vernieuwende inzichten van het Concilie op hun waarde te kunnen blijven schatten. Helaas wordt niet verantwoord waarom juist deze zeven visioenen eruit zijn gesprongen. Jacobs merkt daarover op dat de keuze voor de visioenen iets toevalligs heeft, maar dat het getal zeven ook het getal van de volheid, de volledigheid, de afronding is. Dat laatste wordt niet waargemaakt. Wat node wordt gemist is een bijdrage over de bijbelse herbronning die door het Concilie op gang is gebracht. Het is niet goed te begrijpen waarom één van de vier constituties, Dei verbum , in dit boek geheel buiten beeld is gebleven. Juist de bijbelse herbronning is zo belangrijk voor de vernieuwing van catechese, liturgie en verkondiging. Een andere onevenwichtigheid betreft de grote aandacht voor de pastorale constitutie Gaudium et spes in vergelijking met de constituties over de Kerk, Lumen gentium, en over de liturgie, Sacrosanctum concilium . Het uitgangspunt van het boek en van de zeven visioenen is ontleend aan Gaudium et spes (nummer 44). Hierin gaat het over de verantwoordelijkheid van alle leden van Godsvolk om onder leiding van de heilige Geest het gevarieerde spreken van onze tijd te beluisteren, te schiften en te interpreteren en er in het licht van het goddelijk woord een oordeel over te geven. Met dit uitgangspunt wordt een basis gelegd voor een visie op een theologie van de geschiedenis, een concept dat door Eric Borgman in zijn bijdragen verder wordt uitgewerkt. Een theologische beschouwing over de Kerk ontbreekt echter. Er worden slechts enkele aspecten uit de constitutie Lumen gentium behandeld die aansluiten bij het leidende grondinzicht. In het artikel over de liturgische vernieuwing maakt het verband van de ene Kerk (sociologisch of theologisch?) plaats voor een netwerkkerk van parochies en groepen waarin het geloof wordt gevierd en geleefd. De bijdragen in Visioenen van het Tweede Vaticaans Concilie zijn geschreven door auteurs die zijn geraakt door de bijzondere gebeurtenis die het Concilie was. Toch is er in het boek niet alleen enthousiasme te vinden, maar ook teleurstelling en kritiek op het beleid in de Katholieke Kerk vanaf het pontificaat van paus Johannes Paulus II. De vraag naar de juiste interpretatie van de constituties en decreten van het Concilie ligt daarmee op tafel. Aan het gesprek daarover levert dit boek een interessante bijdrage.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=