Perspectief 2013-19

47 Van de Beek wil een antwoord geven op de (vele) kritische stemmen die menen dat de tijd van de Kerk voorbij is. Zijn ecclesiologie begint niet bij de Reformatie, maar oriënteert zich aan het denken over de Kerk uit de eerste eeuwen. Van daaruit trekt hij de lijnen naar de Middeleeuwen, de Reformatie tot aan onze tijd. Hij kent de geschriften van de kerkvaders waar hij dankbaar uit put. ‘De Kerk is een gemeenschap van mensen die niet meer aan zichzelf behoren, maar aan Christus’, zo luidt de openingszin van zijn boek. Deze grond- waarheid komt in allerlei variaties terug. In die taak is de Kerk onvervangbaar. Daarom verdient de ecclesiologie een centrale plaats in de theologie, wat in protestantse kring, aldus Van de Beek, vaak onvoldoende wordt onderkend. Het geding tussen Rome en de Reformatoren in de 16 e eeuw heeft alles te maken met de opvatting over katholiciteit. In de Middeleeuwen heeft de westerse kerk in toenemende mate katholiciteit verbonden met Rome. Katholiciteit werd steeds meer geïnterpreteerd vanuit de institutionele organisatie van de kerk, met haar ambten en gezagsstructuren, zelfs als deze uitblonken in uitbuiting en machtsmisbruik. 108 De Reformatie heeft dit radicaal willen verleggen door te stellen dat de Kerk daar is waar het Woord op de juiste wijze wordt verkondigd en de sacramenten op de rechte wijze worden bediend. In Woord en Sacrament gaat het om de verbondenheid met Christus. Daarin zijn de Reformatoren volgens Van de Beek trouw aan de oorspronkelijke betekenis van katholiciteit zoals Ignatius van Antiochië die heeft verwoord. Met betrekking tot de tijd van de Reformatie zoekt Van de Beek naar de nuance. Hij ziet het punt van de Reformatoren, maar betreurt de breuk die er op volgde. De Reformatie had gelijk met haar oproep tot herstel van de inhoud van het geloof: in de kerk gaat het om Christus alleen. Toen de Reformatie echter uitmondde in een eigen kerkelijke organisatie werd een drempel overgegaan die herstel van de katholieke eenheid vrijwel onmogelijk maakte. In het protestantisme ligt het accent op de geloofsinhouden, maar wordt een instrument voor het bewaren van de formele eenheid gemist. Rome reageerde op de Reformatie met een Katholieke Hervorming (Concilie van Trente). Het gelijk van de protestanten werd niet erkend, de volle katholiciteit niet hersteld. Meer nog dan voorheen werd in het rooms-katholieke verstaan van katholiciteit het accent gelegd op de formele institutionele kaders. Beide vormen zijn eenzijdig en dus niet werkelijk katholiek, zegt Van de Beek. Het voordeel van Rome is dat de eenzijdigheid van de formele eenheid zich gemakkelijker laat corrigeren dan die van de inhoudelijke nadruk van het protestantisme dat gemakkelijk tot steeds verdere versplintering leidt. Hij betreurt dat de Reformatoren besloten tot een eigen kerkelijke organisatie. Het ware beter geweest als ze het inhoudelijk conflict hadden kunnen uithouden om later binnen de ene Kerk de band van de vrede weer te herstellen. Dit is eerder in de kerkgeschiedenis gebeurd, onder ander in de 3 e eeuw tijdens het conflict tussen Cyprianus en paus Stefanus I over de doop. Van de Beek werkt drie instrumenten uit die in hun onderlinge samenhang ertoe dienen om de Kerk bij Christus te bewaren en om het getuigenis over Jezus betrouwbaar vast te houden: het ambt, de Schrift en de geloofsbelijdenis. Alle drie zijn nodig. Elk afzonderlijk leidt gemakkelijk tot verstarring. De drie elementen moeten bij elkaar worden gehouden: geen ambt zonder Schrift en belijdenis, geen belijdenis zonder Schrift en ambt en geen Schrift zonder ambt en belijdenis. Samen zijn ze geworteld in de gave van de Heilige Geest die in de Kerk werkzaam is. Van de Beek keert zich tegen de tendens om de Geest los te maken van de Kerk. De Kerk dient de gemeenschap bij Christus te bewaren maar kan dat alleen maar in en door de kracht van de Heilige Geest. Hij gaat uitvoerig in op het grote probleem van de kerkverlating en het ontluisterende gegeven dat mensen tegenwoordig heel gemakkelijk de kerk de rug toekeren. Van een activistische benadering om mensen opnieuw voor geloof en kerk te interesseren verwacht hij weinig. We zijn voor het leven als Kerk afhankelijk van de Heilige Geest. Daarom is in deze tijd van crisis, die als oordeel van God 108 Op.cit ., bladz.91-92

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=