Perspectief 2013-19

22 van een gemeenschappelijke paasdatum. Het voorstel houdt in dat de Rooms-katholieke Kerk vasthoudt aan de gregoriaanse kalender voor de onbeweeglijke, vaste feestdagen zoals Kerstmis en Epifanie, maar de cycli van de Grote Vastentijd en Pasen tot en met Pinksteren volgens de juliaanse kalender viert. In een verklaring die hij op 20 april 2011 deed, bepleitte de rooms-katholieke bisschop van Moskou, mgr. Paolo Pezzi, zelfs dat zijn kerk zich nog sterker aan de Russische Orthodoxie zou aanpassen: niet alleen ten aanzien van de paascyclus maar ook wat het onbeweeglijke kerstfeest betreft. Ook een paar prominente oosters-orthodoxe bisschopen suggereren dat met betrekking tot de paascyclus het westerse christendom zich voorlopig aan de oosters-orthodoxe tradities aanpast. Onder andere de metropoliet van Volokolamsk en voorzitter van de Afdeling voor Buitenlandse Kerkelijke Betrekkingen van het Patriarchaat van Moskou, Hilarion Alfeyev, heeft in 2010 voorgesteld dat alle kerken voor een periode van tien jaar Pasen volgens de juliaanse kalender zullen vieren en daarna allemaal de Verklaring van Aleppo implementeren. Reeds eerder had dezelfde hiërarch erop gewezen dat de vraag welke kalender wordt gebruikt niet mag worden verabsoluteerd. Er bestaat geen ‘echt-kerkelijke kalender’ 49 net zomin als er een kalender is die ‘slechts wereldlijk’ zou zijn. 50 In feite past de kerk zich volgens hem steeds aan de in gebruik zijnde burgerlijke kalender aan. De praktijk van zijn eigen kerk in Rusland komt daarmee niet overeen, dunkt mij. 51 Dat betekent allemaal dat aan de ene kant dit een gunstig moment lijkt, een kairos , en dat aan de andere kant er nog hoge horden dienen te worden genomen. Een eerste groot probleem is natuurlijk dat op deze wijze de Verklaring van Aleppo nog lang niet volledig wordt verwezenlijkt. Bovendien komt een paasdatum pas begin mei – dat gebeurt soms in de juliaanse kalender – nauwelijks overeen met het voorschrift van Nicea I over de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan na het lente-equinoctium. Maar waarschijnlijk moet deze stap, die neerkomt op een soort rooms-katholieke ‘meletiaanse’ kalender, worden gezet en wie weet welke nieuwe, onverwachte ontwikkelingen er dan zullen volgen. Als dit een initiatief is dat door de Heilige Geest is geïnspireerd en als alle betrokken partijen het als zodanig herkennen, dan zal het moeilijk zijn om het tegen te houden. Een andere uitdaging is dat dit voorstel het kalenderprobleem niet volledig kan oplossen, omdat het verschil tussen de juliaanse kalender en de gregoriaanse voor de vaste feesten blijft bestaan. Vandaar het net genoemde voorstel van mgr. Pezzi. Ook de moeilijkheden op het terrein van de rubrieken in de Byzantijnse ritus en andere oosterse ritussen wanneer onbeweeglijke feesten, zoals die van Maria Boodschap en Sint Joris, samenvallen met vieringen van de cyclus van de Grote Vastentijd, in het bijzonder de Grote Week, blijven voortbestaan. Eerder vermeldde ik reeds de ideeën van de Grieks-orthodoxe liturgist Foundoulis, die heeft aangetoond dat een vaste paasdatum op de tweede of derde zondag in april heel wat van deze moelijkheden zou oplossen. Dat geldt ook voor de toepassing van ‘Aleppo’. Toch is dit alles vooral een intern probleem van de Orthodoxe Kerken, dat op het komende Pan-Orthodoxe Concilie moet worden behandeld. Een derde uitdaging is het gevaar van een nieuw uiteenlopen van de paasdata. Indien de Rooms-katholieke Kerk de Grote Vastentijd en de feesten van Pasen en Pinksteren zou gaan vieren volgens de juliaanse kalender en de Anglicaanse Gemeenschap, de Oud- katholieke, de Methodistische en de diverse Protestantse Kerken zouden voortgaan de paascyclus te vieren volgens meer moderne (en nauwkeurige) berekeningen, dan zou nieuwe verdeeldheid in de christenheid het gevolg zijn. Heel wat gemengde huwelijken bijvoorbeeld zouden hiervan hebben te lijden. Met name in landen waar het katholicisme en het protestantisme naast elkaar bestaan, zoals in Duitsland en Nederland, zou dit een 49 Volgens een aantal Russisch-orthodoxe fundamentalisten zou die wel bestaan, namelijk de juliaanse kalender. 50 Volgens dezelfde fundamentalisten de gregoriaanse, ‘pauselijke’ kalender. 51 Hilarion Alfejev (uit het Russisch vertaald door Hermann-Josef Röhrig), Geheimnis des Glaubens: Einführung in die orthodoxe dogmatische Theologie. In: Barbara Hallensleben, Guido Vergauwen (red.), Ökumenische Beihefte zur Freiburger Zeitschrift für Philosophie und Theologie 43 , Fribourg, 2003, bladz. 137-142

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=