Perspectief 2013-19

21 is geen toeval dat deze tekst is ondertekend op 22 april 2001, de eerste zondag na de gemeenschappelijke paasdatum in dat jaar. 45 Ofschoon de Charta Oecumenica het streven naar een gemeenschappelijke paasdatum zelf niet expliciet noemt, zijn de oecumenische inhoud van de tekst en de datum van de ondertekening voor ons onderwerp significant. 7. Voorstel: de Rooms-katholieke Kerk past zich voorlopig aan de orthodoxe en oriëntaals-orthodoxe berekening van de paasdatum aan. Enkele Rooms-katholieke bisschoppen en theologen overwegen dat hun kerk zich voorlopig aan de oosters-orthodoxe en oriëntaals-orthodoxe tradities aanpast en dat Rome voor een tijdje de gemengde meletiaanse kalender overneemt met het doel de weg te effenen voor een gemeenschappelijke paasdatum voor alle christelijke kerken. Onder andere de bisschop van Haarlem-Amsterdam, mgr. Joseph Punt, heeft zich in een brief aan paus Benedictus XVI (lente 2011) een voorstander van dit initiatief betoond. Dat deed hij naar aanleiding van een door hem georganiseerd oecumenisch symposium met deelname van vooral rooms- katholieke, orthodoxe en oriëntaals-orthodoxe zijde. Dat symposium vond plaats in Amsterdam op 6 december 2010, dus op de feestdag van St. Nicolaas, de patroonheilige van Amsterdam en ook in de oosterse kerken een geliefde sint. Aan het einde van de studieuze en liturgische bijeenkomst, waaraan ook de Syrisch-orthodoxe metropoliet van Aleppo, Mar Gregorios Yohanna Ibrahim als referent deelnam, bepleitten de aanwezigen unaniem de genoemde aanpassing aan de meletiaanse kalender door de Romana . 46 Dit is een opmerkelijke ontwikkeling gegeven het feit dat vooraanstaande rooms-katholieke oecumenici die mogelijkheid eerder hebben verworpen. In 2001 schreef bijvoorbeeld de Oostenrijkse liturgist en oecumenicus Philipp Harnoncourt dat ‘het absurd zou zijn als de westerse kerken zouden terugkeren naar de juliaanse kalender, die zonneklaar fouten heeft. Daarom wordt die optie (hier door mij) zelfs niet besproken.’ 47 Vanzelfsprekend is Harnoncourts opmerking juist dat de juliaanse kalender niet meer klopt wat betreft de paasdatum, maar natuurlijk veranderen de tijden ook. Misschien is het nu duidelijker dan in 2001 dat men ook andere wegen moet begaan. Het reusachtige en langdurige probleem van een gemeenschappelijke paasdatum vereist creativiteit en onconventionele methoden. Het oude Latijnse adagium In extremis extrema tentanda sunt - In extreme situaties moet men extreme middelen uitproberen - is hier van toepassing. Men kan ook denken aan het spreekwoord ‘Als de berg niet naar Mozes komt, zal Mozes wel naar de berg moeten komen’. 48 Vanuit het perspectief van de liturgie en de religieuze volkscultuur kan men ook met een knipoog verwijzen naar een vroegere praktijk tijdens de springprocessie in het Luxemburgse Echternach, die daar jaarlijks op de dinsdag na Pinksteren wordt gehouden. Lange tijd was het gebruikelijk om op de maat van de processiemuziek telkens drie stappen naar voren en twee stappen achteruit te doen. Dat leek niet efficiënt en het ging dikwijls met chaos gepaard – daarom is de processiedans nu vereenvoudigd –, maar men kwam uiteindelijk toch aan het doel. Het voorstel dat, gegeven de hinderpalen en valkuilen in het huidige oecumenische landschap, de Romana zich voorlopig aan de oosterse en oriëntaalse orthodoxie aanpast is naar mijn mening aantrekkelijk. Op deze manier kan de Kerk van Rome een substantiële bijdrage leveren aan de wederzijdse tussenkerkelijke toenadering in de belangrijke kwestie 45 De tekst is op veel plaatsen gepubliceerd. Hier noem ik alleen ‘Charta Oecumenica: Leitlinien für die wachsende Zusammenarbeit unter den Kirchen in Europa’. In: Ökumenisches Forum 23-24 (2000-2001), bladz. 389-398; vgl. het positieve commentaar van Kardinaal Miroslav Vlk, Die Charta Oecumenica. In: Das Prisma: Beiträge zu Pastoral, Katechese und Theologie 15/1 (2003), bladz. 32-43 46 Zie het archief (december 2010) o p www.haarlem-amsterdam.nl ( geraadpleegd op 22 december 2012) 47 Philipp Harnoncourt, Unterwegs zu einem gemeinsamen Ostertermin aller christlichen Kirchen. In: Heiliger Dienst 55 (2001), bladz. 78-94, hier bladz. 90. Zie ook zijn gedetailleerde overzicht ‘Der Kalender’ in: Feiern im Rhythmus der Zeit , II/1. Gottesdienst der Kirche: Handbuch der Liturgiewissenschaft 6,1, Regensburg, 1994, bladz. 9-63. 48 Er bestaat ook een variant met Mohammed. Het spreekwoord komt in verschillende talen voor.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=