Perspectief 2012-18

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 18, december 2012 13 perfectionisten die bang zijn om fouten te maken. Of in theologisch taalgebruik: bang om te incarneren, om hun geloof vlees te laten worden. Een concrete stap in dit opzicht zou zijn de preek weer de plaats geven die hij hoort te hebben. Direct na het evangelie legt de prediker de Bijbelwoorden uit en vertaalt ze naar de praktijk. Nu ziet men nog vaak in Russische en Servische kerken dat de preek wordt verbannen naar het einde van dienst, wanneer de kinderen steeds roeriger worden en de volwassenen verlangen naar hun kopje koffie. In de vorige eeuw heeft de Orthodoxe Kerk een prachtige ontwikkeling gezien: de terugkeer van frequente communie. Het is nu al bijna moeilijk voor te stellen dat eeuwen lang op een normale zondag vrijwel niemand van de gelovigen ter communie ging, terwijl de tekst van de Liturgie er in alle opzichten vanuit gaat dat een ieder ter communie gaat. Ik hoop van harte dat deze eeuw eenzelfde opleving zal zien op het gebied van de Bijbel, dat ook de gewone Orthodoxe gelovigen al die prachtige boeken die we hebben weer echt gaan bestuderen: de Bijbel, de liturgische teksten die grotendeels bestaan uit Bijbelcitaten en natuurlijk de Vaders die naast het psalter vaak hele delen van Bijbel uit hun hoofd kenden. Van schouwen naar praxis Ik noemde het paar theoria en praxis en wil in dit laatste deel van mijn betoog twee praktijkvoorbeelden geven van hoe het schouwen vervolgens in de pastorale praktijk vruchtbaar kan worden gebruikt. De context van deze voorbeelden is die van de gevangenis. Christus roept ons op om de gevangen te bezoeken en Orthodoxen in Oost- en West-Europa zijn bezig om aan dit gebod invulling te geven. Hier in België zijn inmiddels vier Orthodoxe aalmoezeniers, twee in Wallonië en twee in Vlaanderen, aangesteld die gevangenen diaconaal en pastoraal bijstaan. In navolging hiervan zijn we ook met de Nederlandse overheid in overleg over Orthodox gevangenispastoraat. In het kader hiervan heb ik afgelopen zomer drie maanden stage gelopen om zelf te ervaren hoe het systeem nu werkt. Drie maanden met ‘de voeten in de modder’ en met een protestantse dominee als mentor. Ik vond het een zeer mooie, waardevolle en leerzame periode. De gevangenis is in veel opzichten een oecumenische werkplaats waarin katholieken, protestanten en orthodoxen zij aan zij werken. Ik merkte dat wij, Orthodoxen, op pastoraal gebied heel wat kunnen leren van onze katholieke en protestantse broeders en zusters. Tot mijn grote vreugde merkte ik ook dat onze rijke Orthodoxe traditie veel houvast biedt om tot een eigen Orthodoxe invulling van gevangenispastoraat en pastoraat in het algemeen te komen. Mijn eerste voorbeeld betreft het gebruik van de psalmen. Eén van mijn pastoranten in de gevangenis was een protestantse gedetineerde die zwaar verslaafd is aan de alcohol. Zonder Evagrios van Pontus met name te noemen leverde ik hem instrumenten aan om zijn verslaving te lijf te gaan. Omdat in een gevangenis alcohol verboden is, is dit een ascetische strijd met in de eerste plaats gedachten ( logismoi ). De kunst is om niet op de suggesties van de demonen in te gaan, ze ook niet tegen te spreken, maar de aandacht elders te richten. Ik gaf hem hiertoe een eenvoudig icoontje van Christus, dat hij midden op zijn prikbord hing. Ter ondersteuning lazen we psalm 137 (136 volgens de telling van de Septuagint). Het begin over de stromen van Babylon vond hij mooi, maar het stukslaan van kinderen op rotsen riep afschuw bij hem op. Ik legde hem uit dat in de spirituele lezing van het psalter door de Oude Kerk deze woorden niet letterlijk werden genomen, maar als volgt werden uitgelegd: de kinderen zijn de gedachten; om te voorkomen dat ze uitgroeien tot daden, slaan we ze stuk op de rots, die natuurlijk verwijst naar Christus. Dit is basaal ascetisch handwerk, goed te begrijpen en toe te passen door een gedetineerde die daadwerkelijk de strijd met zijn demonen wil aangaan. Al moest hij toegeven, toen ik hem de laatste keer sprak, dat hij nog steeds veel liever die fles zou leegdrinken dan hem op de rots stukslaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=