Perspectief 2012-18

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 18, december 2012 11 en verstand spreken elkaar niet tegen, maar leveren juist alle drie gezamenlijk het Woord Gods over aan gelovigen en niet-gelovigen. Staat u mij toe kort iets te zeggen over de Schriften waaraan de apostel Paulus refereerde. Deze werden later het Oude Testament genoemd. Voor de Kerk in het Oosten was dit in de eerste plaats de Griekse vertaling van hun heilige geschriften, gemaakt vóór Christus’ geboorte door Alexandrijnse Joden: de Septuaginta. Terwijl in de vorige eeuw over deze vertaling door (Westerse) wetenschappers nogal schamper werd gedaan, weten we nu door onderzoek van onder andere Emanuel Tov en door bestudering van de Dode Zeerollen dat de Griekse vertaling op plaatsen authentieker is dan de latere Masoretische Hebreeuwse tekst. Het wordt steeds gebruikelijker om naar deze Masoretische tekst en zijn moderne vertalingen te verwijzen als ‘Hebreeuwse Bijbel’. Het lijkt daarom voor de hand te leggen om de term Oude Testament voor de Septuaginta te gebruiken: dit is de tekst die in het Nieuwe Testament wordt geciteerd en die voor de Orthodoxe kerk het Oude Testament bij uitstek is. Belangrijke desiderata voor Orthodoxen zijn meer tekstkritisch onderzoek naar de overlevering van de Septuaginta en moderne vertalingen die de Septuaginta als basis nemen. En hoe zit het met het Nieuwe Testament? Zoals gezegd koesterde de Kerk de letters van de op schrift gestelde Goede Boodschap. Voor Orthodoxen is de Bijbel deel van de traditie, die brede bedding waarin ook de orale en liturgische tradities stromen. Kritisch keek de Kerk naar bijvoorbeeld de Openbaring van Johannes en uiteindelijk liet ze haar toe tot de canon. Een zelfde lot was de tweede brief van Petrus beschoren, de brief met een cruciale passage over het deelhebben aan de goddelijke natuur. We zouden nu zeggen pseudo-Petrus, net zo goed als dat we de schrijver van de Pentateuch ‘pseudo-Mozes’ zouden moeten noemen. Voor de Kerk is uiteindelijk niet zo relevant welke persoon precies de schrijver was, het gaat om de inhoud. De uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren is niet een eenmalige gebeurtenis. Uit de synergie ( synergia ) tussen Geest en mens kunnen verdere openbaringen en vernieuwingen in de traditie voortkomen. Toevoeging van nieuwe Bijbelboeken aan de canon is onwaarschijnlijk, maar nieuwe kerkvaders (en kerkmoeders) zijn altijd mogelijk. Het ACEOT 1 verzorgt nu een collegereeks over moderne Orthodoxe theologen, van wie bijvoorbeeld moeder Maria Skobtsova van Parijs vrij recent als heilige is erkend. Bestudering van de istoria , de letterlijke tekst en het verhaal van een Bijbeltekst, is belangrijk en vooral Westerse wetenschappers hebben hiervoor de laatste twee eeuwen belangrijk werk verricht, bijvoorbeeld het samenstellen van woordenboeken en kritische edities. Ze treden hiermee in de voetsporen van de grote bijbelgeleerde en exegeet Origenes, die de istoria vaststelde als voorbereiding op de theoria , de contemplatie. Uiteraard is veel meer te zeggen over onder meer allegorie, typologie, de zogenoemde scholen van Alexandrië en Antiochië. Maar ik beperk me tot de opmerking dat in de opsomming ‘letterlijke, kerkelijke en kritische Bijbellezing’ ik een element mis dat cruciaal is voor de prediking van Gods woord: de theoria , het schouwen van de innerlijke betekenis. Dit schouwen is iets anders dan met je discursieve verstand proberen te begrijpen, theorieën te ontwikkelen en met originele vondsten te komen. Om te verduidelijken wat dit schouwen is, wil ik even nader kijken naar degene die schouwt: de mens. De Heilige Maximos de Belijder, die leefde in de zevende eeuw en nu steeds meer in Oost en West wordt erkend als de geniale theoloog die hij is, heeft een werk geschreven met als titel Mystagogia . In deze verhandeling over de eucharistieviering vergelijkt hij de architectuur van de kerk met de indeling van de Bijbel: het schip van de kerk is het Oude Testament en de altaarruimte het Nieuwe Testament. Hij trekt ook een parallel tussen de kerk en de mens: het schip is het lichaam, de altaarruimte de ziel en de altaartafel de nous . 1 Amsterdam Centre for Eastern Orthodox Theology verbonden aan de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit van Amsterdam

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=