Perspectief 2012-18

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 18, december 2012 10 Praktiseer wat je predikt: van letter naar schouwen en van schouwen naar praktijk door dr. Michael Bakker Het is een grote eer en genoegen om vandaag in uw midden te mogen zijn en u toe te spreken. Graag lever ik vanuit de Orthodoxe traditie een beschouwing over het thema van deze studiedag. Mijn referaat heeft als titel ‘Praktiseer wat je predikt: van letter naar schouwen en van schouwen naar praktijk’. Deze titel moest ik naar het Nederlands vertalen, want gewoonlijk werk ik in de theologische lingua franca van deze eeuw: het Engels. Hierin zou de titel luiden: ‘Practice what you preach: from istoria to theoria and from theoria to praxis.’ Uw reactie hierop zou kunnen zijn: ‘This is all Greek to me’ en dat klopt, want voor de Orthodoxen zijn de Griekse kerkvaders en daarmee ook hun taal het ijkpunt bij uitstek. Een complicatie is dat veel van de Griekse woorden zoals theoria (schouwen) en theologia (het mystieke schouwen van de Goddelijke Drie-eenheid) in het moderne (Westerse) taalgebruik een andere betekenis hebben gekregen dan bij de Vaders. Om het onderscheid te maken gebruik ik voor deze woorden niet de Erasmiaanse uitspraak ( ‘theoria, historia’ ), maar de uitspraak die al veel meer dan duizend jaar geleden werd gehanteerd ( ‘theoria, istoria’ ). We weten dit op grond van de verschrijvingen in de manuscripten, waarin de teksten van de Heilige Schrift, de Vaders, de liturgische teksten en de hele antieke literatuur zijn overgeleverd. Van letter naar schouwen Manuscripten / handschriften brengen mij naar het eerste deel van mijn referaat: de opgang van de letter naar het schouwen (contemplatie), van istoria naar theoria, van de gewone geschiedenis naar de diepere betekenis, van de letterlijke tekst naar het onderliggende principe (de logos ). De woorden en daden van Jezus Christus werden na zijn Opstanding door de ooggetuigen ( α ὐ τόπται ) doorverteld, zoals Lucas zegt aan het begin van zijn evangelie: ‘Gelijk ons hebben overgeleverd degenen, die van het begin aan ooggetuigen en dienaren van het woord geweest zijn’. (Luc. 1, 2) Pas later werden ze te boek gesteld, toen men besefte dat men waarschijnlijk zelf Zijn terugkomst niet meer zou meemaken. De apostel Paulus had zelfs de primeur, als men dit zo zou kunnen omschrijven, van de schriftelijke melding over Christus’ opstanding uit de doden: ‘Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften’. (1 Kor 15, 3-4) Ik wijs u op de notie van het overgeven, paradosis, traditio , waarvan in beide passages sprake is. Tijdens de orale fase gebeurde dit mondeling, later schriftelijk via handschriften die, zoals het woord zegt, met de hand werden overgeschreven. Dit alles gebeurde in de context van de Kerk, die met Pinksteren door Christus zelf is gegrondvest. Dit overschrijven is een gevoelig proces, waarin verkeerde lezing van één enkele letter een passage een andere wending kan geven. Kerkvaders en kopiisten gebruikten hun kritisch vermogen om overschrijffouten (corruptie) te corrigeren en varianten te wegen. Ik sprak hier net over letter, Kerk en kritisch vermogen. Mijn antwoord op de vraag van deze dag, ‘letterlijke, kerkelijke of kritische Bijbellezing?’, zou zijn: niet ‘of’ maar ‘en’. Letter, kerk

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=