Perspectief 2012-17

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 17, september 2012 23 ontvangen. Dit wordt, te midden van alle geloofswaarheden die er verder nog zijn, gezien als de kern waar het om gaat. Lutheranen beklemtonen dit vanouds, maar zeggen er nu bij dat ze het bestaan van die andere geloofswaarheden niet ontkennen. Katholieken hebben vanouds oog voor een diversiteit van geloofsaspecten, maar zeggen er nu bij dat ze de speciale betekenis van juist deze boodschap van de rechtvaardiging niet ontkennen. 25 Aan de hand van een aantal thema’s wordt dit nader uitgewerkt. Ik noem er enkele. Lutheranen en katholieken belijden samen dat de mens voor zijn heil volledig afhankelijk is van Gods reddende genade. Als katholieken dan toch spreken over een menselijk ‘meewerken’ bij voorbereiding en aanvaarding van de rechtvaardiging doelen ze, zo wordt onderstreept, op instemming die zelf effect van genade is. Lutheranen onderstrepen niet te ontkennen dat gelovigen in hun (door Gods Woord gewekte) geloof ten volle persoonlijk betrokken zijn. Nog een voorbeeld. Dat goede werken op de rechtvaardiging volgen en er vrucht van zijn, ook dat wordt door lutheranen en katholieken samen beleden. Dat katholieken spreken van het ‘verdienstelijk’ karakter van goede werken beoogt alleen maar, zo wordt nu verzekerd, te onderstrepen dat ieder voor zijn daden verantwoordelijk is en wil niet ontkennen dat rechtvaardiging onverdiende genadegave is. Omgekeerd verzekeren lutheranen niet te ontkennen dat genade en geloof in het mensenleven kunnen groeien en in een leven als christen hun uitwerking kunnen hebben. We zien: de redenering is steeds dezelfde. Er zijn accentverschillen, ook taalverschillen, maar in het fundamentele is er overeenstemming. De nog bestaande verschillen zijn in het licht van deze overeenstemming aanvaardbaar. Ze vallen – zo is ook naderhand in een officiële gezamenlijke verklaring door de LWF en de Rooms-katholieke Kerk uitgesproken - níét onder de leerveroordelingen zoals die in de zestiende eeuw over en weer, door het concilie van Trente resp. in de lutherse belijdenisgeschriften zijn uitgesproken. We kunnen, met een bij lutheranen geliefde terminologie, in dit verband spreken van: verzoende verscheidenheid. 26 Het bereiken van deze overeenstemming werd door de dialoogcommissie zelf gepresenteerd als ‘een beslissende stap voorwaarts op de weg om de verdeeldheid van de kerk te overwinnen’. 27 Ook al is deze kwalificatie in de gezamenlijke verklaring van de officiële instanties niet overgenomen, ze ligt voor de hand. Was niet de tegenstelling inzake het verstaan van de rechtvaardiging sola fide de aanleiding voor de breuk tussen Rome en Reformatie? Nu hier geen tegenstelling meer blijkt te zijn zou men mogen verwachten dat de weg naar volledige kerkelijke gemeenschap open ligt. Wat dat betreft is er alle aanleiding om het nu op de Gemeenschappelijke Verklaring gevolgde dialoogdocument over de apostoliciteit van de kerk met verwachting ter hand te nemen. Apostoliciteit – gave én opgave Natuurlijk, er moesten nog wat noten worden gekraakt over het kerkbegrip, de visie op het ambt, de betekenis van bisschopsambt en pauselijk primaat met name. Maar de conflicten dáárover waren in de zestiende eeuw immers slechts een afgeleide van de nu opgehelderde hoofdzaak? Laten we zien of ook hier verder kan worden gekomen. Met de keuze van het apostoliciteitsthema heeft men inzake het kerkbegrip wel de koe bij de horens gevat. Dat de kerk (in de geloofsbelijdenis van Nicea) ‘apostolisch’ wordt genoemd zegt immers dat ze is 25 Joint Declaration on the Doctrine of Justification , nrs.14-18. In: GA 2 , 568f. Zie voor het volgende nrs. 19-21 en 37-39. In: GA 2 , 569f, 572f. 26 Zie over het eenheidsmodel van de ‘verzoende verscheidenheid’ het (in 1984 uitgebrachte) luthers – rooms- katholieke dialoograpport Facing Unity , nr. 31-34. In GA 2 , 449f. 27 Nr.44. In: GA 2, 573.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=