Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 38 heilige Geest”. De bisschop verwees in enkele langere gebeden voor vrouwelijke diakens naar het voorbeeld van Phoebe, “onze zuster Phoebe die diaken was van de kerk in Chenchreae”. 20 Voor mannen verwees hij naar diaken Stefanus. Een belangrijke taak van de vrouwelijke diaken was het onderricht aan vrouwelijke doopleerlingen, zowel in de kerk als thuis. Tijdens de doopplechtigheid zelf zalfde ze het lichaam van de vrouw met de olie van het catechumenaat, zoals de mannelijke diaken dat deed bij de mannen. Toentertijd werden dopelingen geheel ontkleed en werd hun hele lichaam met olie ingewreven “aan voor- en achterzijde, op alle ledematen, zelfs tussen de vingers en tenen, opdat geen enkel deel werd overgeslagen”, zoals een oud liturgisch voorschrift stelt. De kiesheid gebood dat een vrouwelijke diaken dit ritueel bij een vrouwelijke catechumeen uitvoerde. Daarna leidde ze haar, nog steeds naakt, in de doopvont en dompelde haar driemaal onder terwijl de bisschop de doopformule uitsprak. Sommigen stellen dat mannen een ander soort diaconaat uitoefenden dan vrouwen, omdat ze assisteerden bij de eucharistie, de vrouwen niet. Welnu, het was vooral de Oosterse kerk die vele vrouwen wijdde tot diakenen, maar daar is het gebruikelijk dat de bisschop of de priester zich tijdens de eucharistie terugtrekt in de altaarruimte achter de zogenaamde iconostase, een heilig scherm. Door de vrouwen daar niet te laten assisteren voorkomt men geruchten van onbetamelijkheid. Overigens wijdt Rome vaak bisschoppen die vooral werken in bestuurlijke functies. Zouden die dan minder bisschop zijn door een verschil in taak? Vooral in Griekenland, Klein-Azië (het huidige Turkije), Bosnië en Montenegro, Syrië en Palestina waren zeker van de derde tot de achtste eeuw vele vrouwelijke diakens actief. Constantinopel had onder de heilige Johannes Chrysostomos veertig vrouwelijke diakens en honderd mannelijke, allen verbonden aan de grote Aya Sophia basiliek. Verscheidene gewijde vrouwen komen met naam en toenaam voor in de geschriften van Kerkvaders. Er zijn minstens 70 grafschriften bekend van vrouwelijke diakens, sommige met lovende woorden van hun bisschop. In gebieden als Italië, Noord Afrika, Gallië en Brittannië, waar de liturgische taal het Latijn was, vond het diaconaat van vrouwen veel weerstand. De kerk had het Romeinse recht overgenomen, waardoor vrouwen geen openbare ambten konden bekleden. In het westen was wel een afgezwakte vorm van diaconaat gangbaar, met een zegening in plaats van een wijding. Zijn al deze historische gegevens nu van zo’n groot belang? Zeker, we moeten ons goed realiseren wat er op het spel staat. Indien, zoals uit de documenten blijkt, vrouwen eeuwenlang werden toegelaten tot het volledig diaconaat, dat tegenwoordig alleen aan mannen is voorbehouden, dan ontvingen ze het sacrament van de ‘heilige wijdingen’. Immers, dit sacrament kent in termen van het Kerkelijk Wetboek drie niveaus: episcopaat, presbyteraat en diaconaat . Iedereen die een van deze drie wijdingen ontvangt is geconsacreerd tot het ambtelijk priesterschap, zoals het Concilie van Trente het in de zestiende eeuw definieerde. De wortels van het diaconaat liggen in het Nieuwe Testament. Daar komen we woorden tegen als diakonia, diakonos en diakonein . Het gaat in deze Griekse woorden steeds om dienst. Het dienen van Jezus zelf is uitgangspunt. Het woord diakonia werd een kernwoord in de christelijke traditie. Zoals de Franse Bisschop Jacques Gaillot ooit zei: een kerk die niet dient, dient tot niets. In het huidige beleven van de kerk mist men vaak bij priesters deze diaconie. Het accent is verschoven naar het vieren van de eucharistie in zoveel mogelijk priesterloze parochies, en naar het bestuur. Het ware te wensen dat het ambt van vrouwelijke diakens werd heringesteld, opdat veel pastorale en diaconale hiaten kunnen worden opgevuld. 20 Rom. 16, 1-2

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=