Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 18 De Kerk in: W. Kasper, Een Rijke Oogst door Eddy van der Borght Het derde van de vier hoofdstukken met als titel De Kerk beslaat meer dan de helft van het boek. Ik prijs de wijsheid van de organisatoren om de bespreking van dit gedeelte over twee sprekers te spreiden. Collega Koffeman is gevraagd om te spreken over het ambt in de kerk. Dat is de derde subsectie van het hoofdstuk over de kerk. Ik zal me daarom beperken tot de eerste twee subsecties in het hoofdstuk over de kerk, dat zijn de delen Gemeenschappelijke perspectieven op de aard en de zending van de Kerk en De bron van gezag in de Kerk . Ik zal als volgt te werk gaan. Ik vat kort de rijke oogst van de oecumenische dialoog samen die de kardinaal onderkent in relatie tot de kerk, en ik voeg daar dan enkele bedenkingen aan toe. Kardinaal Kasper begint zijn hoofdstuk over de kerk met een deel over de gemeenschappelijke perspectieven betreffende aard en zending van de kerk. Het eerste wat Kasper benadrukt als gemeenschappelijke oecumenische oogst over de kerk is de trinitarische basis van de kerk. De kerk vindt haar oorsprong in God die mensen roept, vanaf het begin, eerst het volk Israel, en later ook mensen uit de volkeren. Al de dialogen beamen dat Jezus Christus het fundament van de kerk is en dat Hij blijvend tegenwoordig is, en daarom wordt de kerk het lichaam van Christus genoemd. De kerk heeft haar betekenis en doel in Jezus Christus. Omdat Christus actief tegenwoordig is in zijn kerk benadrukken al de dialogen de rol die de kerk in het heil speelt. De kerk wordt ook tempel van de heilige Geest genoemd, omdat de Geest het werk van Christus in de kerk actualiseert en de kerk leidt. De heilige Geest is de band van gemeenschap in de kerk. Enerzijds was het niet moeilijk om in alle dialogen een bevestiging te vinden van de trinitarische basis omdat op dit punt geen echte discussie bestond. De opkomst van zogenoemde ‘trinitarische renaissance’ in de 20 ste eeuw heeft daarbij zeker geholpen om tot een nieuw gemeenschappelijk spreken te komen. Anderzijds hebben de bevestiging van het unieke middelaarschap van Christus en de rol van de heilige Geest als voornaamste actor in de kerk de angst verminderd of verdreven dat het zelfverstaan van de Rooms-katholieke Kerk de soevereiniteit van Gods handelen ten behoeve van de mens verduistert. Iets moeilijker lag het om een gemeenschappelijke taal te vinden voor de zending van de kerk, in het bijzonder de verhouding van de kerk tot het koninkrijk van God. De kerk is een instrument en een teken van het rijk Gods. De zondigheid van de leden van de kerk wordt erkend, maar deze doet de werkzaamheid van God door de kerk met het oog op het rijk Gods niet teniet. De eenheid van de kerk draagt bij aan de effectiviteit van de kerk als heilsinstrument. In de dialoog met de gereformeerden klinkt het dat de kerk een soort sacrament van het koninkrijk van God is. Ook in het gesprek met de anglicanen en methodisten valt de term sacrament als uitdrukking van de kerk als heilsteken. In de lutherse dialoog blijft terughoudendheid op dit punt klinken, maar Kasper is van oordeel dat het feit dat de kerk niet alleen als creatura Verb i maar ook als heilsteken en zelfs als sacrament kan worden aangeduid als belangrijke oecumenische oogst moet worden gekwalificeerd. De vroegere gepolariseerde dominante overtuiging dat de aard van de kerk er om vroeg te kiezen tussen een protestants verstaan van de kerk als creatura Verbi of een katholiek verstaan als sacramentum gratiae , maakt steeds meer plaats voor een en – en benadering, de overtuiging dat beide modellen complementair zijn. Het gemeenschappelijk beamen van de trinitarische basis heeft ook geleid tot het centraal stellen van een nieuw begrip om de kerk te verstaan, namelijk het woord gemeenschap. De term stond al centraal in het ontwikkelen van de eucharistische communio- ecclesiologie ten tijde van Vaticanum II, en hij kreeg een Bijbelse en patristische onderbouwing vanuit het begrip koinonia in de oecumenische literatuur. Zoals God als Vader, Zoon en Geest gemeenschap is, zo is de kerk een gemeenschap van gewijde ambtsdragers en leken, van

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=