Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 11 1994 werd kennisgenomen van "dit document in wording". De secretaris-generaal werd gemachtigd de lidkerken de herziene tekst toe te zenden. Op 10 januari 1995 werd een tweede concept van de gemeenschappelijk verklaring voorgelegd aan de lidkerken met het dringende verzoek van publicatie af te zien. De secretaris-generaal van de LWF gaf per begeleidend schrijven de lidkerken tot eind januari 1996 de tijd om de vraag te beantwoorden of ze de in de gemeenschappelijke verklaring geformuleerde consensus konden aanvaarden als in overeenstemming met het evangelie en als een voldoende basis voor de constatering, "dat de veroordelingen ten aanzien van de rechtvaardiging in de lutherse belijdenisgeschriften de Rooms-katholieke Kerk van vandaag niet treffen". Omdat er onder lutheranen verschillen bestaan in de opvatting van de rechtvaardigingsleer kon de vraag niet luiden, "of er verschillen bestaan, maar of die genoeg belang hebben, om een scheiding tussen de kerken te rechtvaardigen". In de zomer van 1996 werden de antwoorden uit de lidkerken door het Centre Oecuménique van de LWF in Straatburg verwerkt in een Analyse der Antworten der lutherischen Kirchen auf die Gemeinsame Erklärung zu Rechtfertigungslehre . Een verbeterde definitieve versie zou opnieuw aan de lidkerken worden aangeboden ter goedkeuring of afwijzing. De korte termijn om te reageren en het niet openbare karakter van de raadpleging stuitte op hevige kritiek. De synodale structuur van de evangelisch-lutherse kerken vraagt immers, omwille van de waarheidsvinding, om een openbare discussie en dat zou niet het geval zijn indien de synodes alleen maar ja of nee mogen zeggen tegen een definitieve tekst. Ook de katholieke kerk heeft in de loop van 1996, in een commissie samengesteld uit vertegenwoordigers van de Congregatie voor de Geloofsleer en de Pauselijke Raad voor de Eenheid, de versie van januari 1996 bestudeerd en wijzigingsvoorstellen geformuleerd, hetgeen leidde tot Romisch-katholischen Modi zur Gemeinsamen Erklärung zur Rechtfertigungslehre . Een herziening van de tekst bleek noodzakelijk. Van 3 tot 7 juni 1996 kwam een gemeenschappelijke werkgroep in Würzburg bijeen om de tekst te herzien en een nieuw concept te maken, dat aanzienlijk afwijkt van de versie uit 1995. De tekst werd methodisch helderder van opzet, het belangrijke sleutelbegrip "consensus in basic truths" werd in de tekst opgenomen, de Bijbelse fundering van de rechtvaardigingsleer werd verbreed en verdiept, de trinitaire en christologische fundering van de rechtvaardiging werd duidelijker naar voren gehaald. De tijd was echter onvoldoende om alle nummers grondig te bewerken. De Council van de LWF besloot in september 1996 dat de versie Würzburg I nog op een aantal punten diende te worden verbeterd. In januari 1997 kwam dezelfde groep voor de herziening van de tekst opnieuw in Würzburg bijeen. In de definitieve versie is, in vergelijking met Würzburg I, het gemeenschappelijk verstaan van de rechtvaardigingsleer duidelijker geformuleerd, maar anderzijds is ook een zekere meerduidigheid in de lutherse opvattingen duidelijker aangegeven. Het Executive Committee van de LWF kreeg de opdracht de opnieuw bewerkte tekst aan de lidkerken te sturen met het verzoek uiterlijk 1 mei 1998 hun definitief oordeel aan de LWF mee te delen. De negende Assemblee van de LWF kreeg dus een geringere rol dan vooraf was gepland en de Council van de LWF zou in de zomer van 1998 beslissen op grond van de antwoorden van de lidkerken. In de maand juni zijn de officiële standpunten van de LWF (16 juni 1998) en de Pauselijke Raad ter bevordering van de Eenheid van de christenen (25 juni 1998) gepubliceerd. Hoewel niet alle lidkerken van de LWF met de bereikte consensus kunnen instemmen, gaat verreweg het grootste deel van de lidkerken akkoord met de bereikte consensus. Ook in de rooms-katholieke reactie is sprake van een grote mate van instemming. Op zondag 31 oktober 1999 werd in een feestelijke viering in Augsburg de Official Common Statement ondertekend. De gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer wordt een aanzienlijke stap vooruit genoemd en een “consensus over fundamentele waarheden van de rechtvaardigingsleer”. In 2006 sloot ook de World Methodist Council zich aan bij het Official Common Statement van de Lutherse en Rooms-katholieke Kerken

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=