Perspectief 2011-12

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 12, juni 2012 4 Het puzzelmodel is het meest courante. Door ontmoetingen en dialogen wil men het onheil herstellen en de fragmenten in elkaar doen passen. Gewis, zonder samenspraak zal men de gemeenschap nooit herstellen. Dit is immers een essentieel gemeenschapsvormend instrument: al sprekend vormt men gemeenschap. Bovendien blijven sporen van de oorspronkelijke eenheid herkenbaar, soms meer, soms minder, en een zekere historische of theologische verbondenheid blijft voelbaar De scherven weerspiegelen nog immer enigszins de vroegere, maar thans gebroken gemeenschap. Het uitgangspunt van het gesprek is de verdeeldheid en de volle kerkelijke gemeenschap blijft onmogelijk zolang de problemen niet grondig zijn doorgesproken. Toch verwaarloost men daarbij dikwijls de wezenlijke impact van de historiciteit en de duur die de werkelijkheid verandert in al haar aspecten. In een zekere zin ontmoet men geen tweemaal ‘dezelfde’ mens. We ontmoeten, zelf veranderd, geen andere mens maar wel een veranderde mens. Men ontmoet hem anders. Dit geldt eveneens voor gemeenschappen en de oecumene. Het begon met een vijandige splitsing. De ene zonderde zich af en de andere stootte de andere uit door polemieken en apologieën met alle controversen, misverstanden, karikaturen en geniepigheden, nijd, valse verdachtmaking, beledigingen en zelfs openlijke oorlog met gewonden en doden en een hele nasleep als resultaat. Een historisch proces dat eeuwenlang etterde. De gemeenschappen en kerken veranderden ook door een endogene evolutie van aanpassing aan de omgevende culturele, politieke, sociale en historische wijzigingen. Deze evolutie leidt wellicht tot een soort ‘zelfgenezing – recuperatie: naar het evangelie toe, het wezenlijke van het geloof en het christen zijn. De betekenis en de context van de woorden veranderden eveneens. Wat ooit begrijpelijk was’, is ondertussen vreemd geworden. In de verhalenbundel Lachwekkende liefdes (1963) van Milan Kundera vond ik een boutade die wellicht ook oecumenisten kunnen overwegen: “Zo gaat het in het leven: men denkt dat men een bepaalde rol in een toneelstuk speelt en ziet niet dat ondertussen ongemerkt op de scène het decor werd veranderd en men onvermoed in een ander stuk meespeelt”. Door deze historische ontwikkeling passen de stukjes niet meer in elkaar en zullen ze dit nooit meer feilloos doen. Een oecumenische methode die dit star zoekt, loopt in een straatje zonder einde. Alle goede wil en retoriek ten spijt is er geen uitweg. Dialoog is onmisbaar, maar leidt niet tot een absolute, verbaal geformuleerde, onaanvechtbare consensus. Elke dialoog veronderstelt de bereidheid om de gesprekspartner te begrijpen en de eigen overtuigingen in dat licht te herzien en zo tot een ‘gedifferentieerde overeenkomst’ te komen, zoals de Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer (Augsburg 1999). Ze drukt een akkoord uit over het wezen van de rechtvaardiging, maar geeft ze toe dat er nog verschillen blijven bestaan, die echter dit wezen niet aantasten. Men moet dit durven erkennen en het risico van samenspraak aanvaarden. Laten we nog als voorbeeld de rol van de vrouw in de kerkgemeenschap nemen. Men kan zich moeilijk voorstellen dat een oecumenisch gesprek ook theologisch zou leiden tot een sluitende eensgezinde praxis. Maar ze kan wel tot een beter begrip voeren van een gestructureerde kerkelijke ambtsopvatting waarin man en vrouw gelijkelijk de verantwoordelijkheid dragen. …Wel genezen en helen De oecumenische beweging is als een genezingsproces . ‘Genezing’ of ‘heling’ – dat is: weer heil en heel maken - is mijns inziens een vruchtbaarder en opener model om over de oecumenische doelstelling na te denken. De ‘volmaakte gemeenschap / communio’ die ons wordt voorgespiegeld als ‘eind’-doel is niet identiek met ‘genezing’, laat staan met ‘volmaakte, 100% genezing’. De oecumene heeft als uitgangspunt het geloof en een engagement voor wederzijdse verzoening en levende eensgezindheid die zichtbaar is in de vele aspecten van gemeenschappelijkheid, ’fellowship’ (WRK)): in kerkelijke gemeenschap en getuigenis, in geloof, hoop en liefde. In dit licht zijn schisma en excommunicatie niet langer existentieel werkelijk als christenen zich engageren in een gemeenschappelijke oecumenische beweging om de historische breuklijnen te overstijgen. Het verlangen zelf heft

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=